Pericles (Περικλῆς), belangrijkste staatsman van het
democratische Athene van de 5e eeuw vC. P. werd
ca. 495 vC geboren en behoorde via zijn moeder
Agariste, een nicht van Clisthenes, tot
de befaamde familie van de Alcmaeoniden. Zijn vader
was Xanthippus, die in de tachtiger jaren een tegenstander
was van de democraat Themistocles,
maar zich later met hem verzoende. P. heeft in feite
de lijn van Themistocles doorgetrokken; hij heeft
de ontwikkeling van de atheense democratie en van
Athene als imperialistische zeemacht bevorderd.
Pericles' politieke carrière begon ca. 462 vC. Samen
met Ephialtes bewerkstelligde hij de verbanning
van de conservatief Cimon; hij ontmantelde
de politieke macht van de Areopaag, de conservatieve
adelsraad, door het recht van controle op de
ambtsuitoefening van de jaarmagistraten over te
hevelen naar de democratische Raad van vijfhonderd
en door de rechtspraak in hoofdzaak aan de
volksrechtbanken toe te vertrouwen. De omvorming
van het bondgenootschap van de attisch-delische
zeebond tot een heerschappij van Athene over de
vroegere bondgenoten heeft P. verder afgerond.
Het imperialistische karakter van de atheense democratie heeft hij nimmer verbloemd. Strenge tribuutheffing, onderdrukking van opstanden en financiering van de atheense vlootbouw met tribuutgelden van de voormalige bondgenoten vonden zowel vóór, tijdens als na P. plaats.
P. heeft strijd geleverd tegen Perzië en Sparta. Met Perzië sloot hij, vooral onder invloed van het échec van een grote atheense vlootexpeditie naar Egypte (455 vC) vrede in 449 vC, de z.g. vrede van Callias. Toen de bestaansgrond van de oorspronkelijk in 478 vC tegen Perzië opgerichte zeebond met de vredessluiting wegviel, ontwikkelde P. een nieuwe taak en een nieuwe ideologie; met de van de bondsof liever tribuutgelden gebouwde vloot moesten de zeeën van piraten bevrijd en van diezelfde gelden moesten de in 480 vC door de Perzen verwoeste tempels herbouwd worden; de bouw van het Parthenon startte ca. 446 vC. Vanaf 460 vC was Athene ook met Sparta in conflict. Het met Sparta bevriende eiland Aegina werd in 457 ingenomen.
In Boeotië slaagden de Atheners terzelfder tijd erin het begin van een landimperium te verwerven. In 451 vC moest P. echter een wapenstilstand sluiten met Sparta, in 446 gevolgd door een vrede. Het landimperium was inmiddels al weer verloren gegaan. Athene heeft in feite nooit op gekund tegen de spartaanse hoplieten. De grote confrontatie vond plaats tijdens de peloponnesische oorlog (431-404 vC). Vrees van Sparta voor Athenes expansieve imperialisme zou de hoofdoorzaak van de oorlog geweest zijn. P. probeerde de oorlog nog wel te vermijden via diplomatiek optreden tijdens enkele, de oorlog uitlokkende, incidenten, maar piekerde er anderzijds niet over toe te geven aan Sparta's eisen. Pericles' strategie was tweeledig:
1. het platteland van Attica werd prijsgegeven aan de Spartanen, de boeren werden geëvacueerd binnen de vesting Athene-Piraeus en de voedselvoorziening werd op peil gehouden door aanvoer van graan over de door de atheense vloot beheerste zee;
2. met diezelfde vloot wilde hij Sparta door middel van korte raids in de Peloponnesus plaagstoten toebrengen.
Pericles' politieke leiderschap was gebaseerd enerzijds
op de bekleding van het ambt van strateeg,
van 443 tot 429 vC, waartoe de atheense volksvergadering
hem jaar in jaar uit verkoos, anderzijds op
zijn indrukwekkende persoonlijkheid en zijn retorisch
talent. Politieke tegenstand ondervond hij in
443 vC van Thucydides, de zoon van Melesias,
die de oligarchische oppositie trachtte te bundelen
tegen P., maar op diens instigatie zelf door
het ostracisme werd verbannen. Kritiek was er
ook op P. in verband met zijn persoonlijke kennissenkring.
Hij was bevriend met de natuurfilosoof
Anaxagoras,
met de sophist Protagoras en met
de beeldhouwer Phidias,
die o.a. het beeld van de
godin Athena in het Parthenon maakte. Zijn huwelijk
met de geëmancipeerde milesische schoonheid
Aspasia, voorafgegaan door de ontbinding van
het huwelijk met zijn atheense vrouw, deed Pericles'
image bij de doorsneeburger al evenmin goed. Nochtans
wist hij zijn privé-leven en zijn politieke leiderschap
wel zo gescheiden te houden dat hij nimmer
door de Atheners geostraciseerd is. In het
tweede jaar van de peloponnesische oorlog werd hij
van zijn functie als strateeg vervallen verklaard door
een door de spartaanse invallen in Attica zwaar
gefrustreerde atheense volksvergadering, maar reeds in
het volgende jaar werd hij weer verkozen. In
datzelfde jaar brak in het overvolle Athene echter een
pestepidemie uit, waaraan, naast duizenden andere
Atheners, ook P. bezweek.
Lit. Thucydides 1, 24 - 2. 65. Plutarchus' leven van P. F.
Miltner (PRE 19, 748-790). - A. R. Burn, P. and Athens
(London 1948). L. Homo, Périclès (Paris 1954).
F. Schachermeyr,
Perikles (Stuttgart 1969). J. Schwarze, Die Beurteilung
des Perikles durch die attische Komödie und ihre historische
und historiographische Bedeutung (München 1971). D. W.
Knight, The Foreign Policy of P., 446 to 431 BC (in Some
Studies in Athenian Politics in the Fifth Ccntury B.C.,
Wiesbaden 1970, 1-12). W. R. Connor, 7he New Politicians of
Fifth-Century Athens (Princeton 1971) 58-64, 119-128.
[Pleket]