Hermagoras (Ἑρμαγόρας), naam van drie griekse retorica-leraren.
(1) Hermagoras van Temnus
in de Aeolis (2e eeuw vC), auteur
van een retorisch handboek (Τέχναι ῥητορικαί), dat
vooral handelde over de stasis-leer, d.w.z. de leer
van de vier vragen die direct voortvloeien uit de
eerste beschouwing van de stand van zaken (στάσις,
latijn status) in een rechtsgeding en die de argumentatie
en de opbouw van de rede dienen te bepalen:
1. στοχασμός (coniectura): heeft de daad plaats gehad?
2. ὅρος (constitutio definitiva): welke is de juridische definitie van de daad?
3. ποιότης (constitutio generalis): welke kenmerken vertoont de daad?
4. μετάληψις (constitutio translativa): zijn rechtbank en rechters competent?
Het handboek van H. werd wegens zijn overzichtelijkheid
en duidelijke terminologie de basis van het
retorica-onderwijs in het republikeinse Rome; dit
blijkt duidelijk uit twee latijnse handboeken uit het
begin van de 1e eeuw vC, de
Rhetorica ad Herennium
en Cicero's
De inventione, die met Quintilianus
de voornaamste bronnen zijn voor onze kennis
van Hermagoras' verloren gegane werk.
Lit. Fragmenten bij D. Matthes, Hermagorae Temnitae Testimonia
et Fragmenta (Leipzig 1962). - L. Radermacher (PRE
8, 692-695). - D. Matthes, H. von Temnos 1904-1955 (Lustrum
3, 1959, 58-214). K. Barwick, Zur Erklärung und Geschichte
der Staseislehre des H. von Temnos (Philologus 108, 1964, 80-101).
(2) Hermagoras,
tijdgenoot van keizer
Tiberius en evenals
deze leerling van Theodorus van Gadara,
doceerde te
Rome. Enkele - verloren gegane - traktaten die op
naam van eerstgenoemde Hermagoras
staan, zijn waarschijnlijk van de
hand van vorige Hermagoras.
Seneca maior
citeert met instemming
enkele uitspraken van H.
(3) Hermagoras de jongere
(2e eeuw nC) schreef een handboek
der retorica en een monografie over de stasis-leer;
van beide zijn slechts fragmenten over. [Nuchelmans]