Maximus

Maximus, oorspronkelijk lovend cognomen in de romeinse gentes Fabiae en Valeriae, later ook in andere gentes; tenslotte was M. een gewone eigennaam. Vermelding verdienen:

(1) Maximus van Tyrus, griekse retor uit de 2e eeuw nC, van wie 41 Διαλέξεις bewaard gebleven zijn, oppervlakkige voordrachten in een gekunstelde stijl over wijsgerige, vooral populair-ethische onderwerpen. M. was enige tijd in Rome werkzaam, verbleef ook in Athene en schijnt veel gereisd te hebben. Hij blijkt goed belezen in de griekse literatuur, maar zijn filosofische lectuur bleef kennelijk beperkt tot Plato, van wie hij zich een volgeling noemt. M. is een typische vertegenwoordiger van de z.g. tweede sofistiek, vertoont echter nog minder diepgang dan zijn geestverwanten Dio Chrysostomus, Aristides en de Philostrati.


Lit. Uitgave: H Hobein, Maximi Tyrii Philosophumena (Leipzig 1910). - W. Kroll/H. Hobein (PRE 14, 2555-2562). - G. Soury, Aperç;us de philosophie religieuse chez Maxime de Tyr (Paris 1942).


(2) Maximus, auteur van een bewaard gebleven astrologisch leerdicht Περὶ καταρχῶν (610 versregels), over het raadplegen van de sterren voordat men tot een bepaalde belangrijke handeling overgaat. M. leefde vermoedelijk in de 2e eeuw nC.


Lit. Uitgave: A. Ludwich, Maximi et Ammonis Carminum de actionum auspiciis reliquiae (Leipzig 1877) 1-50. - W. Kroll (PRE 14, 2573-2576).


(3) Maximus van Ephese, neoplatoonse wijsgeer uit de 4e eeuw nC, leerling van Aedesius, die weer een leerling van Iamblichus van Chalcis was. M. volgde de neiging van zijn leermeester om theürgie en magie de voorrang te verlenen boven meditatie en beschouwing. Zijn bekendste leerling was keizer Iulianus, tot wiens hofhouding hij ook een paar jaar behoorde; hij zou diens troonbestijging hebben voorspeld en de voorspoedige afloop van de perzische veldtocht. Na Iulianus' dood genoot M. nog enige tijd de gunst van keizer Valens, maar in 364 werd hij in de gevangenis geworpen, door toedoen van Themistius weer vrijgelaten, doch tenslotte in 372 beschuldigd van medeplichtigheid aan een samenzwering tegen de keizer en terechtgesteld.


Lit. K. Praechter (PRE 14, 2563-2570). [Nuchelmans]


Lijst van Namen