Šamši-Adad, naam van vijf koningen van het assyrische rijk.
(1) Samsi-Adad I, oudere tijdgenoot van Hammurapi (18e eeuw vC) en vermoedelijk stammend uit een familie van nomadenhoofden die zich gevestigd had in Terqa aan de Eufraat (1809-1781 vC). Hij stichtte een uitgestrekt rijk, dat o.a. Mari, Assur, Ekallatum, Ninive en het noordoostelijke deel van Syrië omvatte, waar zijn nog niet met zekerheid gelocaliseerde hoofdstad Subat-Enlil gezocht moet worden. De latere assyrische traditie maakte S. tot koning van Assyrië door de genealogie van de famile van S. in de assyrische koningslijst te verwerken en de verovering van Assur door S. voor te stellen als een usurpatie door een lid van de koninklijke familie.
Een goed beeld van zijn politiek en zijn persoon
geven de paleisarchieven van Mari, waar S. zijn
jongere zoon Jasmah-Adad had aangesteld als onderkoning.
Met de contemporaine dynastie van Mari
was de familie van S. in een vete gewikkeld, die
onder S. tot onderwerping van Mari leidde; dit
schudde na de dood van S. het vreemde juk weer af.
In Assur regeerde na S. zijn zoon Isme-Dagan, en
volgens een versie van de koningslijst na IsmeDagan
nog andere afstammelingen, maar de familie
gold voor de tijdgenoten als vreemd en werd verdreven
door een zekere Puzur-Sin.
Bouwwerken van S. zijn bekend uit Assur, Ninive
en Terqa.
Lit. A. K. Grayson, Assyrian Royal Inscriptions 1 (Wiesbaden
1972) 18-28. R. Borger, Einleitung in die assyrischen
Königsinschriften 1 (Leiden 1961) 9-19. Correspondentie: G.
Dossin, Archives Royales de Mari 1 en 4 (Paris 1950, 1952).
(2) Samsi-Adad II regeerde volgens de koningslijst 6 jaar (ca.
1554-1549) over Assyrië.
(3) Samsi-Adad III regeerde volgens de koningslijst 16 jaar (ca.
1532-1517) over Assyrië.
Lit. A. K. Grayson, Assyrian Royal Inscriptions 1 (Wiesbaden
1972) 32v.
(4) Samsi-Adad IV regeerde volgens de koningslijst 4 jaar
(1054-1051) over Assyrië.
Lit. R. Borger, Einleitung in die assyrischen Königsinschriften
1 (Leiden 1961) 145v.
(5) Samsi-Adad V, zoon van Salmanasser III, was koning van
Assyrië van 823 tot 811. Hij bedwong de langdurige
opstand aan het einde van de regering van zijn vader
en keerde zich na operaties aan de noordelijke
grenzen tegen Babylonië, dat na drie achtereenvolgende
veldtochten in een toestand van anarchie
raakte. S. was gehuwd met de babylonische prinses
Sammuramat (Semiramis).
Lit. J. A. Brinkman, History of Post-Kassite Babylonia (Rome
1968) 204-210. W. Schramm, Einleitung in die assyrischen
Königsinschriften 2 (Leiden/Köln 1973) 106-110. [van Driel]