Danel (ugaritisch dn'l, 'El is rechter' (?)) hoofdpersoon
uit een ugaritische compositie, waarvan drie
incomplete tabletten bekend zijn (thans algemeen in
de volgorde II, III, I geplaatst). Door de eerste uitgever,
Virolleaud, werd de tekst genoemd 'La légende
phénicienne de Danel', maar thans spreekt
men op grond van de boven tablet I staande rubriek
laqht meestal van de 'Aqhat-tekst'. D. is een vorst,
die betiteld wordt als de 'man van hrnmy' (zijn
geografische herkomst of vorstelijke titulatuur) en
als de 'man van rp'' (soms vertaald als 'de Refaiet';
een genealogische aanduiding?). De compositie beschrijft
hoe D., die aanvankelijk kinderloos was,
door tussenkomst der goden een zoon, Aqhat, ontvangt,
wiens tragische lot (zijn dood, omdat hij de
godin Anat heeft beledigd) het thema van het verhaal
is. D. is het type van de wijze, vrome vorst, die
in nauw contact staat met de goden, en die gezeten
bij de poort de weduwe en wees recht verschaft. In
het OT wordt D. zeer waarschijnlijk genoemd in
Ez 14,14.20; 28,3. De eerste teksten noemen
Noach,
Dn'l en Job als grote rechtvaardigen uit de voortijd
en als mogelijke bemiddelaars tussen God en mens.
De laatste tekst tekent de zelfroem van de stad Tyrus
met de woorden: 'gij zijt wijzer dan Dn'l'. In beide
gevallen kan niet Daniël bedoeld zijn (wiens naam
met een extra j wordt gespeld).
Lit. C. Virolleaud, La Légende phénicienne de Danel (Mission
de Ras Shamra 1, 1936). H. L. Ginsberg (BASOR 97, 1945,
3v; 98, 1945, 15v). J. Obermann, How Daniel was blessed
with a Son (Suppl. JAOS 6, 1946). H. L. Ginsberg (ANET
149-155; vertaling); M. H. Pope (W. Haussig, Wörterbuch
der Mythologie 1, 1962, 241-244).
[Veenhof]