Publilius Syrus, romeinse auteur van mimen uit de 1e eeuw vC, jongere tijdgenoot van Decimus Laberius. P.S. was als slaaf afkomstig uit Syrië, doch werd in Rome door zijn patronus vrijgelaten, omdat hij bij deze in de smaak viel door zijn schoonheid en zijn geestigheid. Als mimenspeler die zijn eigen stukken voordroeg werd hij al spoedig in verschillende steden van Italië beroemd. Nadat hij aldus ook de aandacht van Caesar op zich gevestigd had, deed hij in 46 vC mee aan een openbare wedstrijd van mimenspelers, waarbij hij de overwinning behaalde.
Over zijn betekenis voor de mimus in Rome bestond
in de oudheid geen twijfel: Plinius maior
(Naturalis historia 35, 199) noemt hem zelfs mimicae scaenicae
conditor ('stichter van de toneelmime') en van zijn
populariteit ten tijde van Nero getuigt het feit dat
in Petronius' Satyricon (55, 6) 16 verzen worden
geciteerd met beschouwende gedachten over de luxuria
(weelde), die hetzij van P.S. zelf waren, zoals
Petronius het doet voorkomen, hetzij een navolging
van zijn stijl door Petronius. Ondanks deze bekendheid
zijn van zijn mimen slechts twee titels bewaard,
waarvan bovendien de juiste vorm onzeker is. P.S.
is echter vooral bekend geworden door de verzameling
Sententiae (Spreuken) die reeds in de 1e eeuw
nC uit zijn mimen is samengesteld en waarin in de
loop van de tijd ook een aantal z.g. Proverbia
(Spreekwoordelijke gezegden) of Sententiae van of
althans op naam van Seneca minor terechtgekomen
zijn. De ca. 700 Spreuken (uit deze verzameling
van in totaal ca. 1000) die vrijwel zeker van P.S. zelf
zijn bevatten praktische levenswijsheid in metrische
vorm. Ze werden reeds in de oudheid op school geleerd.
Lit. Uitgaven: O. Ribbeck, Comicorum Romanorum Fragmenta²
(Leipzig 1873 = Hildesheim 1962) 303-391. O. Friedrich,
Publilii Syri Mimi Sententiae (Berlin 1880 = Hildesheim
1964; met commentaar). Met engelse vertaling: J. M.
Duff/A. W. Duff, Minor Latin Poets² (Loeb Class. Libr.,
London 1935) 3-111. Met duitse vertaling: H. Beckby, Die
Sprüche des P.S. (München 1969). - O. Skutsch (PRE 23,
1920-1928). GRL 1, 259-262. - F. Giancotti, Mimo e Gnome.
Studio su Decimo Laberio e Publilio Syro (Florence 1967).
[Brouwers]