Tribunus militum

Tribunus militum, krijgstribuun, een stafofficier bij een romeins legioen. Hun aanvankelijke aantal van zes per legioen steeg later tot tien of twaalf. De keuze berustte oorspronkelijk bij de veldheer, maar ging in 362 vC gedeeltelijk en in 217 vC voor alle vier legioenen over op de comitia tributa. Bij de groei van het leger bleef het volk de tribunen van de vier legiones urbanae kiezen (tribuni comitiati), de overige benoemde de veldheer (tribuni Rufuli): In de aanvang voerden zij om beurten het bevel. Onder Caesar, toen zij vooral uit de ridderstand kwamen, moesten zij wijken voor de legati en werden zij met kleinere commando's belast. In de keizertijd was het krijgstribunaat voorbehouden aan jongelui die een senatoriale of equestrale loopbaan aanvingen (laticlavii, angusticlavii). Tribuni heetten ook de aanvoerders van de cohorten van de keizerlijke lijfwacht en van de cohortes miliariae alsmede, onder Constantijn, de bevelvoerende officieren van eenheden van het veldleger.

Een voorbijgaand verschijnsel als magistratus extraordinarii waren de tribuni militum consulari potestate, die sedert 444 vC, toen de plebejers in beginsel toegang kregen tot het consulaat, jarenlang tot 367 vC met onderbrekingen de consuls vervingen ten einde de verkiezing van plebejische consuls te voorkomen. Zij werden gekozen in de comitia centuriata. Hun aantal wisselde van drie tot acht. Ofschoon ook plebejers tot deze functie gekozen konden worden, geschiedde dit niet voor 400 vC.


Lit. J. Lengle (PRE 6A, 2439-2453). Th. Mommsen, Römisches Staatsrecht 2,1² (Leipzig 1877) 561-565 (tribunus militum) 173-184 (tribunus militum consulari potestate Staatsverwaltung 2 (Leipzig 1876) - J. Marquardt, Römische The Original Nature of the Consular Tribunate (Historia 8, 1959, 356-364). [A.J. Janssen]


Register