Merneptah

busteMerneptah was de dertiende zoon van Ramses II en diens opvolger als koning van Egypte (ca. 1224- 1204). In het vijfde jaar van zijn regering moest hij het hoofd bieden aan een inval van libische stammen en van vijf stammen van Zeevolken onder leiding van een zekere Meray. Zijn overwinning wordt verhaald in een lange inscriptie op de binnenzijde van de muur die de hof tussen de Amonstempel van Karnak en de 7e pyloon ten oosten begrenst. Zij werd ook herdacht op verschillende stèles, waarvan een uit Athribis, in de Delta, stamt en een andere uit zijn dodentempel in de necropool van Thebe. Deze laatste stèle maakt bovendien gewag van de vernietiging van verschillende steden en gebieden in Syrië- Palestina, alsmede van 'Israel'. Omwille van de unieke vermelding van deze naam in de egyptische bronnen is zij bekend als de Israel-stèle. Desondanks wordt een veldtocht van M. in het noorden door sommige auteurs in twijfel getrokken. Door de meesten echter wordt hij als de farao van de Exodus beschouwd. Zijn groots aangelegd graf is bewaard (nr. 8) in het Dal der Koningen. Zijn mummie werd in het graf van Amenhotep II ontdekt en rust in het Museum te Kairo. M. werd opgevolgd door zijn zoon Seti II na een tussenregering van 5 jaar van een usurpator, Amenmose genaamd.


Lit. Drioton/Vandier 430-432, 450, 665. A. Gardiner, Egypt of the Pharaohs (Oxford 1961) 270-276. Vertaling van de inscripties in Breasted ARE 3, § 569-617. Nieuwe vertaling van de Israelstèle ANET 276-278. [Vergote]


Lijst van Koningen