![]() |
De tempel van Seti I |
Volgens W. B. Emery waren de thinitische koningen te Sakkara begraven en bezaten zij te A. slechts een cenotaaf.
Op het einde van de 5e dynastie (ca. 2400) werd de
lokale dodengod
Chenti-Imentiu
('de Eerste der Westelijken') verdrongen door
Osiris, en werd A. diens
voornaamste cultusplaats, daar volgens de mythe het
hoofd van de god hier begraven was. Onder
Amenhotep III
(1408-1372) werd het Osirisgraf geïdentificeerd
met dat van de thinitische koning Djer, dat
toen, blijkbaar tengevolge van een 'archeologische'
opgraving, teruggevonden werd. Ieder jaar werden
plechtig de Osirismysteriën gevierd, onder leiding
van een gezant van de koning. Wie in A. een (schijn)graf
of een stèle had, werd aan de mysteriën deelachtig.
De voornaamste archeologische overblijfselen
zijn de prachtige dodentempel van
Seti I (zie
ANEP nr. 422; 545; 549; 567) en de minder goed bewaarde
van Ramses II
(zie ANEP nr. 33; 340), alsook
het z.g. Osireion, in feite een
cenotaaf van
Seti I.
Lit. Porter/Moss 5,39-105; 6, 1-41. - A. Mariette, Abydos
(2 dln; Paris 1869-1880). E. Amélineau, Mission Amélineau.
Les nouvelles fouilles d'Abydos (3 dln; Paris 1899-1904). W.
M. Fl. Petrie, Abydos (3 dln; London 1902-1904). Id., The
Royal Tombs of the First Dynasty (2 dln; London 1900v).
E. Naville/T. E. Peet, The Cemeteries of Abydos (3 dln;
London 1913v). H. Frankfort, The Cenotaph of Seti I at
Abydos (London 1933). A. H. Gardiner, The Temple of
King Sethos I at Abydos (2 dln; London 1933-1935). H. E.
Winlock, The Tempel of Ramesses I at Abydos (New York
1937).
[Vergote]