Andrus (Ἄνδρος), het meest noordelijke en na Naxus het grootste
eiland van de Cycladen, 10 km ten zuidoosten
van Euboea gelegen: grootste lengte ca. 40 km,
grootste breedte ca. 15 km, oppervlakte ca. 400 km²,
grootste hoogte 994 m. De bevolking
van A. was in het eerste millennium vC
ionisch.
In de 8e eeuw vC was het eiland bezit van de euboeïsche
handelsstad Eretria. In de perzische oorlogen
koos het de zijde van de vijanden. Later vestigde
Pericles
er attische kolonisten. Ca. 410 viel A. van
Athene af; van de
tweede attische zeebond
maakte het deel uit als een autonome staat (378-377). Na de
slag bij Chaeronea
(338) kwam het onder macedonische
heerschappij, totdat het ca. 200 met behulp van
de Romeinen door Pergamum werd bezet. In 133
werd het bij de romeinse provincie Asia gevoegd.
De antieke stad A. lag niet, zoals het huidige A., aan
de oostkust, maar aan de westkust, ca. 10 km ten zuiden
van de prachtige haven Gaurium, thans Gavrion. Op Andrus is
een kopie van de Hermes van Praxiteles gevonden (zie rechtsboven).
Lit. G. Hirschfeld (PRE 1, 2169-2171). T. Sauciuc, Andros
(Wien 1914). D. Paschales, Andros 1-3 (Athene 1925vv).
[Nuchelmans]