Berytus

Berytus (Βηρυτός) (thans Beirut) wordt voor het eerst in de Amarna-brieven en in teksten uit Ugarit in de 14e eeuw vermeld als Beruta; in de annalen van Asarhaddon (7e eeuw vC) heette de stad Bi'ru. Het stond volgens bronnen uit Kanaän in het 2e millennium vC onder de invloed van Byblus en dus onder die van Egypte. In de phenicische tijd was Sidon hier de baas; in de 7e eeuw vC werd de stad samen met Sidon tot de provincie Kar Asarhaddon van Assyrië gerekend. Opgravingen sinds 1993 laten grote resten van stadsmuren uit de neo-lithische en ijzertijd zien.
Omstreeks 200 vC annexeerde Antiochus III na een overwinning op Ptolemaeus V de stad. De stad heette korte tijd Laodicea, maar werd in 140 vC door de Syrische usurpator Tryphon verwoest. De Romeinen bouwden op deze plaats een kolonie in 15 vC. Bouwwerken werden hier opgericht door Herodes, Agrippa I en II. Herodes liet hier door een rechtbank het doodvonnis over zijn zonen Alexander en Aristobulus uitspreken (Jos. Ant. 16,11,1). In de 3e eeuw was in B. een beroemde hogeschool voor romeins recht gevestigd. Op de Peutinger kaart (foto rechts: boven rechts van het midden) wordt B. Berizto genoemd.


Een bronzen munt uit Berytus
Voorzijde: hoofd van Hadrianus.Tekst: IMP CAES TRAI HADRIANVS AVG
Keerzijde: 2 militaire vaandels met adelaars en krans. Tekst: COL(olonia) BER(ytus).


Lit. Schürer 1, 411. [Beek]


Kaart