Calabrië (Καλαβρία) was in de oudheid de naam van de hak van Italië.
Eerst sinds de 7e eeuw nC
draagt het oude land der Bruttii de naam C.
Het schiereiland, dat ca. 120 km lang en 35 à 50
km breed is, bestaat uit waterarm, maar vruchtbaar
heuvelland, dat door de inspanning der
bewoners (Messapii)
o.a. wol, olijven, wijn en honing
voortbracht. Na de stichting van Tarente (706/
705 vC) kwam Calabrië onder griekse invloed, ca. 270
werd het door de Romeinen bezet. Toen keizer
Augustus
Italië in elf regiones verdeelde, voegde
hij Calabrië met
Apulië en het gebied rond
Beneventum
samen tot de regio II. De voornaamste steden waren
Tarente en
Brundisium; de griekse kolonies
Callipolis (thans Gallipoli) en Hydruntum (thans
Otranto) lagen resp. op de westkust en de oostkust.
[Nuchelmans]