Colophon (Κολοφῶν), oude griekse stad op de westkust
van Klein-Azië, ca. 25 km ten noorden van
Ephese. Ioniërs uit Attica worden als
stichters genoemd. Om zijn welvaart werd C. ca. 665 vC
door koning Gyges
van Lydië geplunderd, vanaf
546 was het in perzische macht. Van 478 tot 412 lid
van de attische zeebond,
kwam de stad na 387 weer
onder Perzië. Daar ze niet direct aan zee lag, kwijnde
ze weg ten gunste van haar haven Notium. Ca.
298 vC bracht Lysimachus
de bewoners over naar
Ephese. Na 281 werd
de stad wel weer opgebouwd,
maar haar oude bloei herkreeg ze niet meer. Uit C.
waren Xenophanes,
Mimnermus en
Nicander
afkomstig.
De ruïnes van de antieke stad bij het tegenwoordige
Degirmendere zijn schaars. Belangrijk, vooral in de
keizertijd, was het orakel van Apollo te Clarus,
dat onder bescherming van C. stond. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden onder) wordt C. Colofon genoemd.
Lit. L. Bürchner (PRE 11, 1114-1119). EAA 2, 754v. - L. B. Holland, C. (Hesperia 13, 1944, 91-171). G. E. Beari, Aegean Turkey (London 1966) 185-188; 190-196. [J. A. de Waele]