Patrae (Πάτραι), griekse havenstad op de
noordwestkust van Achaia, gelegen aan de westelijke
toegang tot de Golf van Corinthe; thans nog P.
geheten (nederlands Patras). P.
ontstond in onbekende tijd door de samenvoeging
van enkele boerendorpen, misschien nadat het een
aantal voor de dorische volksverhuizing uitgeweken
Peloponnesiërs had opgenomen. De antieke stad
lag hoofdzakelijk ten zuiden van de acropolis, die
ca. 0,5 km van de zee verwijderd is. Geassocieerd
met Dyme, vervolgens met Pharae en Tritaea, nam
P. in 280 vC het initiatief tot de stichting van de
nieuwe achaeïsche bond.
Zware verliezen leed
de stad in de strijd tegen de Galliërs (279 vC), in de
macedonische bondgenotenoorlog
(220-217), in de
eerste macedonische oorlog
(215-205) en
tijdens de opstand tegen de Romeinen in 146 vC.
In de romeinse tijd kreeg P. betekenis als
voornaamste griekse verbindingshaven met Italië; er
vestigden zich vele romeinse kooplieden. Dit leidde
in 14 vC tot de stichting door keizer
Augustus van
de Colonia Augusta Aroë Patrensis, aan welker
gebied grote delen van Achaia,
Aetolië en
Locris
werden toegevoegd. Zo werd P. de belangrijkste
stad van Griekenland na Athene en Corinthe.
Volgens de overlevering onderging de apostel
Andreas in P. de marteldood.
Overblijfselen uit de oudheid zijn in P. schaars: een
romeins odeon is gedeeltelijk gerestaureerd. Uit de
keizertijd dateren ook een groot mozaïek en de
gevonden beeldhouwwerken.
Lit. E. Meyer (PRE 18, 2 (4), 2191-2222). - J. Herbillon, Les cultes de Patras avec une prosopographie patréenne (Baltimore 1929). U. Kahrstedt, Die Territorien von Patrai und Nikopolis in der Kaiserzeit (Historia 1, 1950, 549-561). [te Riele]