Achaeïsche bond (Κοινὸν τῶν Ἀχαιῶν), griekse
bondsstaat, ontstaan in 281/280 vC doordat de
achaeïsche steden Tritaea, Dyme, Pharae en
Patrae
een oudere A. nieuw leven inbliezen, De overige steden
van Achaia sloten zich spoedig aan en de
bond kreeg grote betekenis onder leiding van
Aratus
(251-213) en door de toetreding van vele niet-achaeïsche
steden: Sicyon (251),
Corinthe (242) en vrijwel
de gehele Argolis (243-228)
en geheel Arcadië (237-222).
De politiek van de A. was aanvankelijk antimacedonisch,
maar toen de bondsstrateeg Aratus een
oorlog (228-222) tegen Cleomenes III van Sparta
slechts tot een goed einde wist te brengen door
Antigonus Doson van Macedonië te hulp te roepen,
herwon Macedonië veel van zijn invloed op de
Peloponnesus. Na een periode van zwakte kwam de A. tot
hernieuwde bloei door het optreden van
Philopoemen
(210-182), die de gehele Peloponnesus met inbegrip
van Sparta (192) in de A. verenigde, en door de
steun van de Romeinen, aan wier zijde de bond zich
in 198 schaarde tegen Macedonië. De gevoelens
jegens Rome waren evenwel verre van onverdeeld
sympathiek. Na de ineenstorting van de macedonische
macht in 168 vC moesten de leden van de A.
1000 gijzelaars naar Rome zenden, van wie er in 150
niet meer dan 300 levend terugkeerden. Een korte,
slecht voorbereide opstand
(Critolaüs) tegen de Romeinen
eindigde in 146 vC met de verwoesting van Corinthe en
de ontbinding van de A. Het gebied werd onder het
gezag van de romeinse stadhouder van Macedonië
gesteld.
De inrichting van de A., waarvan vele details nog
onduidelijk zijn, vertoont een mengsel van democratische
en oligarchische elementen. Aan het hoofd
stond (sinds 255) één voor één
jaar gekozen strateeg,
die niet direct herkiesbaar was; hij werd bijgestaan
door een Raad van tien Δαμιουργοί en door
diverse ambtenaren. Over belangrijke aangelegenheden
werd beslist hetzij door de op geregelde tijden
bijeengeroepen grote bondsvergadering (σύγκλητος),
waartoe alle 'Achaeërs' boven 30 jaar toegang hadden,
hetzij door de meermalen per jaar bijeenkomende
σύνοδος, waarvan het bezoek aan een bepaalde
census was gebonden. De A. is een van meest
belangwekkende politieke creaties van de Oudheid.
Lit. G. Niccolini, La confederazione achea (Pavia 1914). G.
Busolt/H.Swoboda, Griechische Staatskunde 2 (München
1926) 1536-1560. A. Aymard, Les assemblées de
la Confédération
achaienne (thèse Paris; Bordeaux 1938). A. Aymard, Les
premiers rapports de Rome et de la Confédération achaienne
(Bordeaux 1938). V. Ehrenberg, Der Staat der Griechen 1
(Leipzig 1957) 96-98. T. Schwertfeger, Der Achaiische Bund vom
146-27 v.Chr. (München 1974), R. Urban, Wachstum und Krise des
Achäischen Bundes (Wiesbaden 1979). [Nuchelmans]