Cleomenes

Cleomenes (Κλεομένης), naam van drie spartaanse koningen uit het huis der Agiaden:

(1) Cleomenes I, zoon van koning Anaxandridas, oudere halfbroer van Dorieus, Leonidas en Cleombrotus, koning van Sparta van ca. 519 tot ca. 487. C. trachtte de hervormingen van Chilon ongedaan te maken en de macht der koningen te herstellen. Hierdoor kwam hij in conflict met zijn collega, de Eurypontide Demaratus, en met de eforen. Aangezet door het orakel van Delphi, viel C. in 510 aan het hoofd van een peloponnesisch leger Attica binnen en maakte een eind aan de heerschappij van de tiran Hippias. In de volgende jaren steunde hij de tegenstanders van de democratische hervormingen in Athene; in 503 door de oligarchische archont Isagoras te hulp geroepen, werd hij door de democraten op de atheense acropolis ingesloten en tot de aftocht gedwongen. Op de Peloponnesus had C. meer succes met zijn expansiepolitiek: daar bracht hij in 494 Sparta's erfvijand Argos een verpletterende nederlaag toe. Terwijl hij in 491 een strafexpeditie tegen Aegina ondernam, werd hij door Demaratus aangeklaagd; vergeefs, want C. slaagde erin, Demaratus te vervangen door zijn gunsteling Leotychidas. Niet lang daarna zou C. in een vlaag van waanzin zelfmoord gepieegd hebben.


Lit. Herodotus 5, 39-76; 6, 50-85. - T. Lenschau (PRE 11, 695-702).


(2) Cleomenes II, zoon van Cleombrotus I, koning van Sparta van 370 tot 310 vC. Ondanks zijn langdurige regering valt er over C. niets bijzonders te vermelden.


(3) Cleomenes III, zoon van koning Leonidas II, koning van Sparta van 235 tot 222. Met behulp van een huurlingenleger, waarmee hij bij expedities tegen de achaeïsche bond grote successen behaald had, trachtte hij opnieuw de mislukte sociaal-economische hervormingen van Agis IV te verwezenlijken. In 227 schafte C. het eforaat af, verbande 80 voorname tegenstanders en liet het grootgrondbezit verdelen onder 4000 Spartanen en perioeken; de wetgeving van Lycurgus en de harde spartaanse leefwijze werden in ere hersteld. Vervolgens versloeg C., die steeds meer de allures van een hellenistisch vorst aannam, Aratus en de achaeïsche bond opnieuw, nam Mantinea, Tegea en Argos in en belegerde Corinthe en Sicyon. Inmiddels had Aratus in 225 zijn antimacedonische politiek laten varen en zich tot koning Antigonus Doson van Macedonië gewend. Met diens hulp werd C. in het defensief gedrongen en in de zomer van 222 bij Sellasia definitief verslagen: voor het eerst in de geschiedenis werd Sparta door zegevierende vijanden bezet. C. vluchtte naar zijn bondgenoot Ptolemaeus IV van Egypte, maar werd door diens opvolger geïnterneerd; na een mislukte ontsnappingspoging pleegde hij zelfmoord (219). In Sparta werden na de slag bij Sellasia de hervormingen van C. ongedaan gemaakt.


Lit. Plutarchus' levens van Agis, Cleomenes en Aratus. T. Lenschau (PRE 11, 702-710). - P. Cloché, Remarques sur les règnes d'Agis IV et de C1éomène III (REG 56, 1943, 5371). A. Fuks. Agis, C. and Equality (Class. Philology 57, 1962, 161-166). [Nuchelmans]


Lijst van Namen