Salonae of Salona (Σάλων), hoofdstad van de
romeinse provincies Illyricum
en Dalmatia,
gelegen op de oostkust van de Adriatische Zee, ruim
300 km ten zuidoosten van Tergeste (Triest); thans
Solin, een noordelijke voorstad van Split.
Reeds voor de romeinse bezetting van
Illyrië
was S. een belangrijke haven en vesting van
de Dalmatiërs,
die nauwe relaties onderhield met de
naburige griekse kolonies Epetium (Stobrec) en
Tragurium (Trogir). Nadat de stad in 78/77 vC
door de romeinse consul Gaius Cosconius veroverd
was, werd er ca. 47 vC door toedoen van
Julius
Caesar een romeinse kolonie gevestigd, Colonia
Martia Iulia Salona(e), die onder
Augustus nog
uitgebreid werd. De gehele keizertijd was S. een
welvarende stad, die haar grootste bloei bereikte
onder Diocletianus.
Deze was in S. geboren en
liet 5 km ten zuidwesten van zijn vaderstad een
schitterend paleis bouwen (Split), waarin hij zich
in 305 nC terugtrok. Na de verovering en verwoesting
door de Avaren en de Slaven in 613/614 werd
S. niet meer herbouwd.
Het archeologisch onderzoek, begonnen in 1821,
heeft aanzienlijke resten van een theater (1e eeuw
nC; diameter 67 m; foto rechts), van een amfitheater (2e eeuw
nC; 125 x 100 m; foto links), van het forum, van thermen en
tempels geïdentificeerd. Van bijzonder cultuurhistorisch
belang zijn de overblijfselen van een tiental
oudchristelijke basilica's uit de 5e en 6e eeuw. De
resten van de 4 km lange vestingmuur dateren uit
de tweede helft van de 2e eeuw nC, toen de stad, in
verband met de oorlogen tegen de Marcomannen,
opnieuw versterkt werd. De in S. gevonden antieke
kunstvoorwerpen bevinden zich in het Archeologisch
Museum van Split.
Lit. M. Mirabella Roberti (EAA 6, 1077-1080). - W. Gerber/ R. Egger/M. Abramic/E. Dyggve, Forschungen in S. 1-3 (Wien 1917-1939). J. Broendsted/E. Dyggve/F. Weilbach, Recherches à Salone 1-2 (Kopenhagen 1928-1933). E. Dyggve, History of Salonitan Christianity (Oslo 1951). E. Ceci, I monumenti pagani di S. (Milaan 1962). Id., I monumenti cristiani di S. (ib. 1964). [Nuchelmans]