Tanagra

manaphroditeTanagra (Τάναγρα), griekse stad, gelegen in het zuidoosten van Boeotië op de noordelijke oever van de Asopus ca. 20 km ten oosten van Thebe, ook thans nog T. geheten. De stad schijnt in het begin van het le millennium vC door συνοικισμός (samenvoeging van dorpen) tot stand gekomen te zijn; ze was lid van de boeotische bond en benoemde een van de Βοιώταρχοι, maar van haar geschiedenis is betrekkelijk weinig bekend. In 457 vC was de vlakte van T. het toneel van de overwinning der Spartanen op de Atheners en van de revanche van deze laatsten. Tengevolge van de verwoesting van Thebe (335 vC) door Alexander de Grote nam T. in betekenis toe. Onder romeins bewind was het een civitas libera et immunis.

Beroemd is T. geworden door de z.g. Tanagrabeeldjes, kleine, tussen de 5 en 30 cm hoge, beeldjes van terracotta, die ter plaatse en in de omgeving in groten getale zijn aangetroffen, voornamelijk in graven, waar ze als grafgiften dienden. De meeste stellen staande of zittende vrouwen voor, die dikwijls elegant gekleed zijn, soms met een hoed, een waaier of een muziekinstrument; maar ook beeldjes van meisjes en jongens en figurengroepen komen voor, terwijl archaïsche exemplaren ook wel godinnen voorstellen. Ze werden met kleuren afgewerkt. De oudste exemplaren werden met de hand gevormd. In de 7e eeuw vC ging men gietvormen gebruiken, hetgeen de productie vergrootte en export mogelijk maakte. Het hoogtepunt werd bereikt in het midden van de 4e eeuw vC; in die tijd lieten de ateliers zich dikwijls inspireren door de beeldhouwwerken van grote kunstenaars als Praxiteles en Lysippus. De naam tanagra's wordt ook gegeven aan beeldjes die met behulp van uit T. geëxporteerde gietvormen elders zijn vervaardigd, bv. in Myrina in de Aeolis, of in Cyrene.


Lit. Pausanias, Periegesis 5, 76-91. Inscripties in IG 7 (Inscriptiones Megaridis et Boeotiae ed. W. Dittenberger, 1892) nrs. 504-1663, 3501-3547. - K. Fiehn (PRE 4A, 2154-2162). D. Burr Thompson (EAA 7, 590-595). - R. Kekulé von Stradonitz, Griechische Tonfiguren aus T. (Stuttgart 1878). G. Kleiner, T. figuren (Jahrbuch des Deutschen Archäologischen Instituts, Erganzungsheft 15, Berlin 1942). S. Mollard-Besques, Les terres cuites grecques (Paris 1963). R. A. Higgins, Greek ierracottas (London 1967). Tanagra: G. Kleiner/K. Parlasca, T.figuren. Untersuchungen zur hellenistischen Kunst und Geschichte (Berlin/New York 1984). [Nuchelmans]


Kaart