Sextus

Sextus (Σέξτος):

(1) veel voorkomende romeinse voornaam, in latijnse teksten gewoonlijk afgekort tot S. of Sex.



(2) Sextus, samensteller van een collectie van 451 griekse zinspreuken (gnome) met de titel Σέξτου Γνῶμαι. De oudste vermelding van het werkje treffen we aan bij Origenes (o.a. Κατὰ Κέλσου 8,30 en Mattheüs-commentaar 15,3). Volgens Rufinus, die ca. 400 deze spreuken onder de titel Anulus (Ring) in het latijn vertaalde, bestond er een overlevering die S. identificeerde met de romeinse bisschop en martelaar Xystus, met wie hij waarschijnlijk paus Sixtus II (257-258) bedoelt; ook een oude syrische vertaling draagt als titel 'Uitgelezen gezegden van de H. Xystus, bisschop van Rome'. Hieronymus (o.a. Jeremia-commentaar ad 22,24vv en Ezechiël-commentaar ad 18,5vv) verzet zich hevig tegen deze identificatie en stelt de verzameling op naam van een zekere Sextus Pythagoreus, homo absque Christo et ethnicus ('een Pythagoreeër, een heiden en geen christen'); omtrent diens identiteit tasten we echter in het duister. Veel pleit ervoor dat de samensteller een overigens onbekende christen was, die als voornaamste bron een pythagoreïsche spreukencollectie gebruikte.

Zijn verzameling, die nergens een uitgesproken christelijk stempel draagt, is een typisch voorbeeld van de wijze waarop het oude christendom profane volmaaktheidsidealen en profane ascese adapteerde en integreerde. De Gnomen van S., die niet alleen in het latijn en het syrisch, maar ook in het armeens vertaald zijn, genoten in oudheid en middeleeuwen een grote populariteit.


Lit. Uitgaven: A. Elter, Sexti Pythagorici Sententiae 1-2 (Bonn 1891v). H. Chadwick, The Sentences of S. (Cambridge 1959; met commentaar en uitvoerige studie). Engelse vertaling: F. C. Conybeare, The Ring of Pope Xystus (London 1910). Duitse vertaling van J. Kroll in E. Hennecke, Neutestamentliche Apokryphen (Tübingen 1924) 624-643. - W. Kroll, (PRE 2A, 2061-2064).


(3) Sextus Empiricus (Σέξτος ὁ ἐμπειρικός), griekse arts en wijsgeer uit de tweede helft van de 2e eeuw nC. Over zijn leven is vrijwel niets bekend. Als arts behoorde hij tot de z.g. empirische school (Grieken VI, G. Geneeskunde); van zijn medische geschriften is niets bewaard gebleven. Als wijsgeer was hij aanhanger van het scepticisme, dat hij verdedigde in drie werken, die oorspronkelijkheid missen maar voor ons van grote waarde zijn omdat ze de enige bewaard gebleven systematische beschrijving van het antieke scepticisme bevatten. 1. Πυρρώνειοι ὑποτυπώσεις (Hoofdlijnen van de leer van Pyrrho) in drie boeken, waarvan het eerste de algemene argumenten tegen de betrouwbaarheid van menselijke kennis uiteenzet, terwijl het tweede en derde een résumé geven van de inhoud van:

2. Πρὸς δογματικούς (Tegen de leerstelligen) in vijf boeken, dikwijls als de boeken 7-11 van Πρὸς μαθηματικούς aangemerkt: hierin worden de filosofen die beweerden de waarheid te hebben gevonden, bestreden op het gebied van de logica, de fysica en de ethiek.

3. Zes boeken Πρὸς μαθηματικούς (Tegen de beoefenaars der wetenschappen) bevatten een kritiek van zes artes liberales (grammatica, rhetorica, arithmetica, geometria, astronomia en musica); de dialectica was als logica al in Πρὸς δογματικούς behandeld.

De argumentatie van S.E. is nu eens scherpzinnig dan weer oppervlakkig. Zijn stijl is droog, maar wordt verlevendigd door talrijke citaten uit dichters. De drie geschriften werden in de late oudheid en in Byzantium veel gelezen. Ook in de renaissance trokken ze veel belangstelling, o.m. van Pico della Mirandola en Montaigne, die er veel aan ontleenden.


Lit. Uitg. Editio princeps van de griekse tekst: Petrus en Jaccbus Chouet (Genève 1621). Beste moderne editie: H. Mutschmann/J. Mau/K. Janacek, Sexti Empirici Opera 1-4 (Leipzig 1912-1954, ²1958-1962). Met engelse vertaling: R. G. Bury, S.E. (Loeb Class. Libr., London 1933-1949). Duitse vertaling van de Hypotyposeis: M. Hossenfelder, S.E., Grundriss der pyrrhonischen Skepsis (Frankfurt 1968). - J. vom Arnim (PRE 2A, 2057-2061). GGL 2,2, 834-837. - R. H. Popkin, The History of Scepticism from Erasmus to Descartes (Assen 1960). W. Heintz, Studien zu S.E. (Halle 1932 = Hildesheim 1972). C. Stough, Greek Skepticism (Berkeley 1969) 106-146. R. Janacek, S. E.' Sceptical Methods (Praag 1972). [Nuchelmans]



Lijst van Auteurs