Dicaearchus (Δικαίαρχος) van Messana op Sicilië, griekse wijsgeer en geleerde, leerling van Aristoteles en tijdgenoot van Theophrastus. Hij werd ca. 340 vC geboren en bracht een groot deel van zijn leven, waarover uiterst weinig bekend is, op de Peloponnesus door. In later eeuwen gold hij als een zeer geleerd man met een veelzijdige belangstelling. D. heeft zich inderdaad, zoals uit een opsomming van de voornaamste van zijn, slechts fragmentarisch bewaard gebleven, geschriften kan blijken, met velerlei gebieden van wijsbegeerte en wetenschap bezig gehouden.
1. Περὶ ψυχῆς (De ziel), een dialoog (?) over de sterfelijkheid van de ziel.
2. Περὶ φθορᾶς ἀνθρώπων (Het omkomen van mensen), waarin hij tot de conclusie kwam dat er meer mensen omkomen door toedoen van hun medemensen dan door natuurrampen.
3. Περὶ μαντικῆς (De gave der profetie).
4. Βίοι φιλοσόφων (Levens van wijsgeren).
5. Βίος Ἑλλάδος, een cultuurgeschiedenis van Griekenland in drie boeken.
6. Πολιτεῖαι, beschrijvingen van de staatsinrichtingen van Sparta, Pellene en andere steden.
7. Γῆς περίοδος (Beschrijving der aarde).
8. Geschriften over Homerus.
9. Περὶ Ἀλκαίου (Alcaeus), een commentaar op de liederen van de grote lesbische dichter.
10. Ὑποθέσεις (Onderwerpen), korte samenvattingen van de inhoud van de tragedies van Sophocles en Euripides.
D. oefende een grote invloed uit op latere schrijvers,
met name op Eratosthenes,
Posidonius,
Panaetius,
Cicero (die hem hoog bewonderde en zijn voorkeur
voor de βίος πρακτικός boven de βίος θεωρητικός
deelde) en Plutarchus.
D. was ongetwijfeld naast
Theophrastus de
meest begaafde leerling van Aristoteles.
Lit. Fragmenten met commentaar bij F. Wehrli, Dikaiarchos
(Die Schule des Aristoteles 1, Basel 1944, ²1967). - Martini
(PRE 5, 546-563).
[Nuchelmans]