Xenocrates (Ξενοκράτης) van Chalcedon, griekse wijsgeer uit de 4e eeuw vC, leerling van Plato en van 38 tot aan zijn dood in 314 het tweede hoofd van de Academie als opvolger van Speusippus.
Hij zou een indrukwekkende en tevens beminnelijke persoonlijkheid zijn geweest, die o.m. in 322 door de Atheners afgevaardigd werd als gezant naar koning Antipater van Macedonië. Over zijn wijsgerige opvattingnen zijn we slechts gebrekkig ingelicht.
In het algemeen schijnt hij zich beperkt te hebben
tot een verdere systematisering en formalisering
van Plato's leer, maar hij identificeerde ideeën en
getallen en definieerde de ziel als een zichzelf bewegend
getal. Hij hield zich in het bijzonder bezig met
de interpretatie van Plato's
Timaeus en met de nadere
studie van de godenwereld, met name van de demonen
en hun relaties tot de hemellichamen. De
titels van zijn werken, waarvan zeer weinig bewaard
is gebleven, doen vermoeden dat Xenocrates' interesse
op ethisch gebied meer uitging naar praktische
moraalvragen dan naar theoretische analyses. Veel
wijst erop dat X. sterk onder de invloed van
Pythagoras
stond en op zijn beurt het neopythagoreïsme
beïnvloed heeft.
Lit. Diogenes Laërtius 4, 2. - Fragmenten in R. Heinze, Xenokrates,
Darstellung der Lehre und Sammlung der Fragmente (Leipzig 1892
= Hildesheim 1965). - H. Dörrie ( RE 9A, 1512-1528). - W.K.
Guthrie, A History of Greek Philosophy 5 (Cambridge 1978) 469