Hecabe (Ἑκάβη, latijn Hecuba), legendarische dochter
van de phrygische koning Dymas (of Cisseus),
tweede gemalin van de trojaanse koning Priamus,
aan wie zij 19 kinderen schonk, o.a. Hector,
Paris,
Creüsa en
Cassandra.
In de Ilias treedt H. zelden
op de voorgrond; ontroerend zijn haar weeklachten
bij het lijk van Hector (22, 430-436; 24, 746-759).
Haar tragische lot na de val van Troje werd door
Euripides
tot onderwerp van zijn H. gekozen:
terwijl haar gemaal en bijna al haar kinderen reeds
omgekomen zijn, wordt haar dochter Polyxena geofferd
op het graf van Achilles, en haar zoon
Polydorus
blijkt in Thracië vermoord te zijn door koning
Polymestor;
op deze wreekt H. zich bloedig en Polymestor
voorspelt dan dat zij vóór haar dood in een
hond zal veranderen.
In de schilderkunst komt H. enkele malen voor op scènes uit de trojaanse oorlog; op een prachtige roodfigurige amfoor van Euthymides in de Münchener Antikensammlung (nr. 2307) geeft H. Hector een helm aan, in aanwezigheid van Priamus (EAA 3, 210). Hiernaast staan Hecabe en Priamus op een vaas uit ca. 440 vC (University of Pennsilvania)
Lit. Ilias, passim. Euripides, Hecabe. Ovidius, Metamorfosen 13, 399-575.
E. Sittig (PRE 7, 2652-2662). U. Höfer (Roscher 1, 1878-1883).
A. Comotti (EAA 3, 209v). [Nuchelmans]