Creüsa

Creüsa (Κρέουσα, letterlijk 'heerseres, vorstin'). De drie bekendste figuren uit de griekse sagenwereld die deze naam droegen zijn:

(1) Creüsa, dochter van de atheense koning Erechtheus en Praxithea. Door Apollo verleid, bracht ze een zoon Ion ter wereld. Deze legde ze te vondeling, maar Ion werd door Hermes naar Delphi gebracht, waar C. hem later terugvond toen zij het orakel kwam raadplegen omdat haar huwelijk met Xuthus, de zoon van Hellen, kinderloos bleef. Na haar bezoek aan Delphi kreeg C. bij Xuthus twee zonen, Dorus en Achaeus. De geschiedenis van C. en Ion is door Euripides in zijn tragedie Ion behandeld.


(2) Creüsa, dochter van de trojaanse koning Priamus en Hecabe, echtgenote van Aeneas. Deze schonk zij een zoon Ascanius. Toen Aeneas en de zijnen uit Troje moesten vluchten, zou Aphrodite haar uit het gewoel der vluchtenden weggehaald hebben. Toen Aeneas naar de stad terugkeerde om haar te zoeken, verscheen hem de schim van C. en voorspelde hem de avonturen van zijn tocht (Vergilius, Aeneis 2, 736-794).



(3) Creüsa, dochter van koning Creon van Corinthe. Haar wilde Iason huwen, maar diens echtgenote Medea verijdelde dit plan door de jonge bruid een betoverd bruidskleed ten geschenke te zenden, waardoor zij en haar vader op gruwelijke wijze in de vlammen omkwamen (Euripides, Medea).

Lit. bij (1), (2) en (3). J. Ilberg (Roscher 2, 1424-1427). Kock (PRE 11, 1825v). B. Conticello (EAA 2, 929v). [Suys-Reitsma]


mythen