Uranus (Οὐρανός), in de griekse mythologie de verpersoonlijking van de hemel, in de theogonie de oervader van het godengeslacht. Zelf zou hij uit de aardgodin en oermoeder Gaia voortgekomen zijn. Volgens de Theogonie van Hesiodus is U. als echtgenoot van Gaia de vader van twaalf Titanen (o.a. Oceanus, Rhea en Cronus), drie Cyclopen en drie Hecatonchiren. In de orfische theogonie (Orfisme) zijn U. en Gaia beiden kinderen van de nachtgodin Nyx; weer andere systemen maken hem tot een zoon van de hemelgod Aether. Beducht voor zijn eigen kinderen, borg U. hen op in de schoot van zijn echtgenote. Omdat deze die last niet kon verdragen, zette zij Cronus, de jongste der Titanen, aan tot wraak. castreerde zijn vader met een sikkel die Gaia hem gegeven had en wierp de geslachtsdelen in zee. Aan het bloed dat op de aarde druppelde zouden de Giganten en de Erinyen ontsproten zijn, uit het in zee terechtkomende zaad volgens een bepaalde overlevering Aphrodite.
Omdat U. nooit geheel losgekomen is uit zijn rol als personificatie van de hemel, had hij geen cultus en kwam ook nauwelijks aan bod in andere mythen. Zo is het ook te verklaren dat voorstellingen van U. in de beeldende kunsten zeldzaam zijn.
Mythen over de vereniging en een later volgende definitieve scheiding van hemel en aarde zijn ook buiten de griekse wereld zeer verbreid. Opvallend zijn de overeenkomsten van de Uranus-Cronus-mythe met hurritische, hethitische, akkadische en phenicische 'successie-mythen'; oosterse invloeden op de figuren van U. en Cronus en met name op de versie van Hesiodus worden dan ook algemeen erkend.
Lit. Hesiodus, Theogonie. - J. Schmidt (Roscher 6, 106-116). E.
Wüst (PRE 9A, 966-980). W. Staudacher, Die Trennun von Himmel
und Erde. Ein vorgriechischer Schöpfungsmythos bei Hesiod
und den Orphikern (Tübingen 1942, ²1968). P. Walcot, Hesiod and
the Near East (Carthff 1966). M.L. West, Hesiod, Theogony (Oxford
1966) 18-31, 198-226.
[Nuchelmans]