Kubaba(t), oriëntaalse voorgangster van de kleinaziatische Cybele. Van origine vermoedelijk uit Boven-Mesopotamië en Noord-Syrië afkomstig, wordt deze godin in het 2e millennium enkele malen in de z.g. cappadocische teksten (Kanes) vermeld.
Zij verschijnt eveneens in theophore persoonsnamen
van Alalach (lagen VII en IV), in
Ugarit, en in enkele religieuze teksten van Hattusas.
Karkemis was een belangrijk centrum van haar
cultus. Tussen 1200 en 700 (het tijdvak der neohethitische
staten) behield zij haar positie in Karkemis
als 'Koningin van Karkemis', terwijl haar eredienst
een wijde verspreiding in Zuidoost- en Centraal-Anatolië
ondervond.
Lit. E. Laroche in het verzamelwerk Éléments orientaux dans
la religion grecque (Paris 1960) 113-128 en met meer reserve
tegenover de gelijkstelling met Cybele E. vom Schuler in
Haussig, Wörterbuch der Mythologie 1 (Stuttgart 1965) 183v.
[Houwink ten Cate]