Ningirsu ('Heer van Girsu') is de voornaamste godheid
van de tot de staat Lagaš behorende stad
Girsu en van Lagas als geheel; hij is vooral bekend
geworden door de inscripties van Gudea, waaronder
de grote hymne ter gelegenheid van de bouw
en inwijding van zijn tempel, E-ninnu, de belangrijkste
plaats inneemt. Uit de epitheta, de beschrijving
van zijn verschijningsvorm, en hem toegeschreven
heldendaden blijkt dat hij de Ninurta van
Lagas is. Hij is evenals laatstgenoemde een god van
vruchtbaarheid en vegetatie, en een strijdlustige
god. Zijn gemalin is Baba, zijn zusters Nanse
en Nisaba, zijn vader Enlil. In Gudea's grote hymne
wordt verhaald hoe N. aan Gudea in een droom
verschijnt, van hem de tempelbouw verlangt en hem
zijn hulp toezegt, o.a. door de 'landen boven en beneden'
te bewegen hem hun producten als bouwmateriaal
te leveren. De tekst geeft ons voorts uitvoerige
inlichtingen over de omvangrijke hofstaat,
religieuze symbolen en cultusplaatsen van de god.
Cylinder B kolom XVI en XVII beschrijven het
heilige huwelijk tussen N. en Baba. N. is het ook die
de stadsvorst van Lagas verkiest en hem een gunstig
lot beschikt
Lit. A. Falkenstein/W. van Soden, Sumerische und akkadische
Hymnen und Gebete (Zürich 1953, nr. 32: Gudea's
tempelbouwhymne) 137-182. D. O. Edzard (WMI 111v). A.
Falkenstein, Die Inschriften Gudeas van Lagas, 1. Einleitung
(AnOr,Rome 1966)90-101. [Veenhof]