Lucius Marius Maximus Perpetuus Aurelianus, romeinse biograaf,
volgde een ambtelijke loopbaan
(consul in 198 of 199 en in 223 nC, stadsprefect
ca. 217) en een uitgebreide militaire carrière
(krijgstribuun in Germania, legioenslegaat, beleg
van Byzantium, strijd tegen
Clodius Albinus te
Lyon). Als stadhouder bestuurde hij de provincies
Belgica, Germania, Syria, misschien Dacia (214),
Asia (218, 220) en Africa (221-222). Zijn levensbeschrijvingen
van de keizers Nerva
tot Heliogabalus,
die Suetonius' werk voortzetten en als bron
dienden voor de Historia Augusta, zijn verloren
gegaan. Hierin behandelde M.M. zonder enige kritiek
vooral de schandalen aan het hof en in de stad.
Aan iedere biografie voegde hij documenten toe,
die hij vooral ontleende aan de onbetrouwbare
acta urbis.
Lit. Fragmenten bij H. Peter, Historicorum Romanorum Reliquiae
2 (Leipzig 1906 = Stuttgart 1967). - F. Miltner
(PRE 14, 1828-1831). - G. Barbieri, Mario Massimo (Rivista
di Filologia e d'Istruzione classica 32, 1954, 36-66, 262-276).
[A. J. Janssen]