Suetonius belangrijkste romeinse vertegenwoordiger van de biografie, naar antieke opvatting de 'arme zuster' van de historiografie en met zeer bescheiden literaire pretenties. Gaius S. Tranquillus werd omstreeks 70 nC geboren, naar men tegenwoordig aanneemt te Hippo Regius. Uit een vijftal brieven van Plinius minor blijkt dat deze hem als geleerde en als vriend waardeerde. Hij beval hem bij Traianus aan voor de onderscheiding met het ius trium liberorum (Epistulae 10, 94-95); deze maakte hem bibliothecaris en onder Hadrianus werd hij diens secretaris (ab epistulis), waaraan in 121 nC door een faux pas tegenover de keizerin een eind kwam.
Uit de indrukwekkende lijst van zijn werken over zeer gevarieerde onderwerpen uit het openbare en het privé-leven valt te concluderen dat hij daarna nog lang productief bleef in een traditie die mede door Varro en Plinius maior als typisch romeinse belangstelling en verzamelwoede op het gebied van curieuze realia kan gelden. Van al deze werken zijn alleen een aantal biografieën geheel of gedeeltelijk bewaard. Door hun matter-of-fact karakter geven deze een onmisbare aanvulling op onze literaire en historische informatie over de romeinse geschiedenis en cultuur.
De viris illustribus (Beroemde mannen) was een collectie
zakelijke biografieën en notities over bekende
personen in de latijnse literatuur, waarschijnlijk ingedeeld
naar genres. Hieruit zijn bewaard een stuk
van de serie De grammaticis et rhetoribus, met interessante
gegevens over romeine taal- en literatuurwetenschapsbeoefening;
verder een aantal min of
meer bewerkte en verkorte stukken uit de serie De
poetis (Terentius,
Vergilius,
Horatius,
Persius, Lucanus);
voorts een vita van Plinius maior en een
van de redenaar Passienus Crispus. Een groot aantal
data in de Chronica van Hieronymus gaat op
de beschrijvingen van S. terug.
De belangrijkste nalatenschap van S. vormen de biografieën van Caesar en de keizers tot Domitianus (De vita Caesarum), waarvan alleen het begin van de Caesar-biografie verloren is gegaan. Merkwaardigerwijze zijn de levens van de Julisch-Claudische keizers veel breder opgezet dan die van de latere.
S. volgt een vast en star schema: na een chronologische behandeling van het leven tot de regeringsaanvaarding volgt een serie rubrieken, waarin het publieke leven en het privé-leven in verschillende onderverdelingen worden beschreven, met als slot het levenseinde. De vroegere opvatting dat S. hiermee een indelingsprincipe van de hellenistische biografie hanteert is thans verlaten. In literaire conceptie en psychologische indringendheid staan deze levens verre bij die van Plutarchus ten achter.
Hun kracht schuilt in de details, de talloze anecdotes, de typerende uitspraken en trekjes, de aandacht voor uiterlijkheden (dankzij S. weten we bv. vrij nauwkeurig hoe deze keizers er uitzagen) en voor het vulgaire en obscene (Tiberius!), maar anderzijds ook voor de literaire en culturele belangstelling der keizers. S. ontleende zijn kennis aan de toegang die hij krachtens zijn beroep had tot de keizerlijke huisarchieven, en bovenal aan mondelinge informatie van zijn oudere familieleden en andere zegslieden. Vergelijking van zijn relazen met die van Tacitus geeft een diep inzicht in diens grootheid én eenzijdigheid als gevolg van de romeinse opvatting van de historiografie als een 'hoog' en dramatisch genre: typerend is bv. de behandeling van Vitellius' smadelijke dood bij S. en die bij Tacitus (Historiae 3, 84).
In de middeleeuwen werd S. veel meer gelezen en
overgeschreven dan Tacitus; Eginhard volgde hem
na in zijn Vita Karoli. Het beste handschrift is de
Codex Memmianus (9e eeuw) in de Parijse Bibliothèque
Nationale (Codex Latinus 61 15).
Lit. Uitgaven: Editio princeps van de keizer-biograjieën Rome 1470 (I. A. Campanus). Beste moderne uitgaven: M. Ihm, Suetoni Tranquilli Opera 1. De vita Caesarum libri VIII (Leipzig 1907; editio minor ib. 1908 = Stuttgart 1978). R. P. Robinson, Suetoni De grammaticis et rhetoribus (Paris 1925). G. Brugnoli, CL Suetoni Tranquilli praeter Caesamm libros reliquiae 1. De grammaticis et rhetoribus (Leipzig 1960 = 1972). J. Taillardat, Suétone, Des termes injurieux. Des jeux grecs (Paris 1967). Met engelse vertaling: J. C. Rolfe, S. (Loeb Classical Libr., London 1914). Met franse vertaling: H. Ailloud, Suétone, Vie des douze Césars 1-3 (Paris 1931v). Met duitse vertaling: A. Lambert, Sueton, Leben der Caesaren (Zürich 1955 = München 1972). Engelse vertaling: R. Graves, S., The Twelve Caesars (Penguin Book, Harmondsworth 1957). Duitse vertaling: A. Stahr/W. Krenkel, Sueton, Kaiserbiographien. Über berühmte Männer (Berlin 1965).
Commentaren: H. Smilda, C. Suetonii Vita Divi Claudii (Groningen 1896). A. W. Braithwaite, C. Suetoni Divus Vespasianus (Oxford 1927). H. E. Butler/M. Cary, C. Suetoni Divus Iulius (ib. 1927). J. Rietra, C. Suetoni Vita Tiberi c. 24-c. 40 (Amsterdam 1928 = New York 1979). G. W. Mooney, C. Suetoni De vita Caesarum libri VII-VIII (Dublin/ London 1930 = New York 1979). M. Adams, C. Suetoni Divi Augusti Vita (London 1939). M. J. du Four, C. Suetoni Vita Tiberi c. 1-c. 23 (Philadelphia 1941 = New York 1979). A. Rostagni, Suetonio, De poetis e biografi minori (Turijn 1944). F. della Corte, Suetonio, Vite di grammatici e retori (dal De viris illustribus) (Genua 1947, Turijn 1968). J. A. Maurer, A Commentary on C. Suetonii Tranquilli Vita C. Caligulae (Philadelphia 1949). M. A. Levi, C. Suetoni Tranquilli Divus Augustus (Florence 1951 = 1970). B. H. Warmington, S., Nero (Bristol 1977). K. R. Bradley, Suetonius' Life of Nero. An historical commentary (Coll. Latomus 157, Bruxelles 1 978).
Index: A. A. Howard/C. N. Jackson, Index verborum C.
Suetoni Tranquilli stilique eius proprietatum nonnullarum
(Cambridge Mass. 1922 = Hildeshem 1963).
Monografieën: G. Funaioli (PRE 4A, 593-641). GRL 3, 4867.
- A. Macé, Essai sur Suétone (Paris 1900). E. Paratore,
Una nuova ricostruzione del De poetis di Suetonio (Bari
1946, ²1950). W. Steidle, Sueton und die antike Biographie
(München 1951, ²1963 - G. d'Anna. Le idee letterarie di Suetenio
(Florence 1954). R. Hanslik, Die Augustusvita Suetcns
(Wiener Studien 67, 1954, 99-144). F. della Corte, Suetonio
eques Romanus (Florence 1958, ²1967). G. Brugnoli, Studi
suetoniani (Leece 1968). E. Cizek, Structures et idéologie
dans les vies des douze Césars de Suétone (Bukarest/Paris
1977). H. Gugel, Studien zur biographischen Technik Suetons
(Wiener Studien, Beiheft 7, Wien 1977).
A. Wallace-Hadrill, S. The scholar and his Caesars (London 1983).
[Leeman]