Arvales fratres

Arvales fratres, letteriijk 'akkerbroeders', naam van een oud priestercollege in Rome, volgens de overlevering gesticht door Romulus of Numa Pompilius, tegen het eind van de republiek in vergetelheid geraakt, door keizer Augustus tussen 30 en 20 vC in ere hersteld, in de 4e eeuw definitief ten onder gegaan. Over samenstelling en taak van het college in de keizertijd zijn we betrekkelijk goed ingelicht door de z.g. Acta Fratrum Arvalium, in steen gebeitelde korte verslagen van de handelingen der A., waarvan sinds 1570 en vooral in de jaren 1867 tot 1871 meer dan 100 stuks, gedeeltelijk fragmentarisch, aan het licht gekomen zijn, daterend van (waarschijnlijk) 21 vC tot 241 nC.

Het college, dat uit 12 voor het leven benoemde leden bestond, vulde zichzelf aan door coöptatie. Sinds Augustus konden slechts aanzienlijke burgers er deel van uitmaken en was ook de keizer zelf lid. Aan het hoofd stonden een magister en een flamen, die voor één jaar gekozen werden. De taak der A. was tweeledig: 1. De eredienst van de Dea Dia, een niet nader identificeerbare vruchtbaarheidsgodin, wier heiligdom zich op de rechter Tiber-oever ca. 8 km ten zuiden van Rome bevond. Het grote jaarlijkse feest ter ere van de godin, de feriae conceptivae, had plaats in mei (identiteit met de Ambarvalia staat niet vast), duurde drie dagen en was bedoeld om zegen over de veldgewassen af te smeken. De viering omvatte velerlei offers en symbolische ceremonies, een overvloedige maaltijd, circusspelen en een rituele dans, waarbij de A. een oud lied zongen, dat overgeleverd is in de Acta van 218 nC en begint met de woorden Enos Lases iuvate. De tekst van dit Carmen Arvale, die reeds in de keizertijd nauwelijks meer te begrijpen was, schijnt uit de 5e eeuw vC te dateren en plaatst de filologen voor grote raadsels.

2. Offers en smeekbeden ten gunste van de keizerlijke familie op 3 januari en bij andere bijzondere gelegenheden.


Lit. Uitgaven der Acta: W. Henzen, Acta Fratrum Arvalium quae supersunt (Berlin 1874). E. Pasoli, Acta Fratrum Arvalium quae post annum MDCCCLXXIV reperta sunt (Bologna 1950). Zeer uitvoerige editie met commentaar, ook taalkundig, van het Carmen: M. Nacinovich, Carmen Arvale 1-2 (Rome 1933). - G. Wissowa (PRE 2, 1463-1486). - Id., Religion und Kultus der Römerl (München 1912) 561vv. E. Norden, Aus altrömischen Priesterbüchern (Lund 1939) 107-280. A. G. Calvo, Una interpretacion del Carmen Arval (Emerita 25, 1957, 387-448). [Nuchelmans]


Lijst van Namen