Saturnus, oude italische god van de landbouw en
het uitgezaaide graan, ook wel als een onderwereldgodheid
beschouwd. Zijn naam werd in de oudheid
verklaard uit satus ('gezaaid'), serere ('zaaien'), saturare
('verzadigen'), maar deze etymologie is niet
zonder problemen. De herkomst van S. is hoogst
onzeker: mediterraan? indo-europees? phrygisch?
etruskisch? illyrisch? zuiver italisch? grieks? Sinds
het begin van de republiek had hij aan de voet van
het Capitool, dicht bij het Forum Romanum, een
tempel, het fanum Saturni,
meestal ara Saturni genaamd
(stichtingsdag: 17 december). Daarin bevond
zich de staatskas, het aerarium populi Romani, ook
aerarium Saturni geheten. In 43 vC werd deze tempel
vernieuwd door Lucius Munatius Plancus, in de
4e eeuw nC na een brand weer herbouwd. Thans
zijn daarvan nog acht granieten zuilen met dwarsbalk
overgebleven. In 217 vC, sinds welk jaar de
Saturnalia volgens de ritus graecus werden gevierd,
was de hellenisering van S. en meer bepaald zijn
vereenzelviging met Kronos,
voltooid. De griekse
traditie van het'gouden tijdperk' (Eni Kronou basileuontos')
werd nadien ook op Rome en S. overgedragen.
Deze laatste zou namelijk door Juppiter van de Olympus zijn verdreven en per schip in Latium zijn geland, waar hij aan koning Ianus en diens onderdanen de land- en wijnbouw leerde en uit dank daarvoor als medekoning werd aangesteld; op het Capitool zou hij de eerste burcht, de Saturnia, hebben gesticht en Rome werd zijn grondgebied, de Saturnia tellus. Zijn regering werd gekenmerkt door algemene voorspoed, geluk en vrede, een topos die door de Augusteïsche dichters dankbaar werd aangewend (terugkeer van de Saturnia regna, cf. Vergilius, Ecloga 4).
De cultus van S., die een centrale plaats innam in
romeins Noord-Afrika, bloeide vooral in de 2e en in
het begin van de 3e eeuw nC. Iconografisch werd hij
voorgesteld als een baardige grijsaard met als attributen
de sikkel en het kromzwaard. Tot op heden
zijn ca. 3000 votiefstelen van S. gevonden.
Lit. G. Wissowa (Roscher 4, 427-444). C. Thulin (PRE 2A,
218-223). C. Saletti (EAA 7, 79-82). - G. K. Zabulis, Saturnia
tellus de Virgile. Sur la question de la formation de l'idéologie
à l'époque d'Auguste (Vestnik Drevnej Istorii 72, 1960,
111-123). R. Klibansky/E. Panofsky/F. Saxl, Saturn and Melancholy.
Studies in the history of natural Philosophy, religion
and art (Edinburgh 1964). G. Radke, Die Götter Altitaliens
(Münster 1965) 282-284. M. Leglay, Saturne africain. Monuments
1-2 (Paris 1961-1966). Id., Saturne africain. Histoire
(ib. 1966). M. Bollack, Le retour de Saturne. Une étude de
la IVe Eglogue (REL 45, 1967, 304-324). V. Schmidt, Redeunt
Saturnia regna. Studien zu Vergils vierter Ecloga.
(Diss. Groningen 1977). [van Uytfanghe]