Helena, romeinse keizerin (ca. 255-330), werd te Drepanum in Bithynië geboren. Ze huwde met de latere keizer Constantius Chlorus, en bracht in 274 Constantinus ter wereld. In 392 scheidde ze van haar echtgenoot, die om politieke redenen de stiefdochter van keizer Maximianus Herculius huwde. Constantijn bejegende als keizer H. met grote achting. Ze bekeerde zich tot het christendom en liet o.a. te Rome een kerk bouwen ter ere van het heilig kruis. In 324 bezocht ze het Heilig Land, waar ze basilieken op de Olijfberg en te Bethlehem liet oprichten (Eusebius, Vita Constantini 3, 42-45). De verhalen waarin ze in verband wordt gebracht met het terugvinden van Christus' kruis dateren uit later tijd. Contemporaine bronnen spreken niet over het terugvinden van het kruis (Eusebius; de pelgrim van Bordeaux uit 333), wel reeds Cyrillus van Jeruzalem (Catechesis 4,10; 10,9) en verder o.a. Ambrosius, Rufinus, Paulinus van Nola en Socrates (Historia ecclesiastica).
Lit. H. Leclercq (DAL 3, 3131-3139). - J. Straubinger, Die
Kreuzauffindungslegende (Paderborn 1912). A. Halusa, Das
Kreuzesholz in Geschichte und Legende (1926). [Bartelink]