Numa Pompilius, tweede koning van Rome, volgens de overlevering van 715 tot 673. N.P. gold als de grondlegger van de romeinse godsdienst. Hij zou de openbare eredienst geregeld en een aantal priestercolleges - (Pontifices, Flamines, Vestales, Fetiales, Salii - in het leven hebben geroepen, tempels en altaren gesticht, onbloedige zoenoffers ingevoerd, de kalender door toevoeging van twee maanden, Januarius en Februarius, hervormd en de data der feestdagen vastgelegd hebben. Ook de bouw van de regia op het Forum Romanum werd aan N.P. toegschreven, alsmede de regeling van het marktwezen, de instelling van gilden en de verdeling van akkerland. Bij dit alles zou hij adviezen van de nimf Egeria ontvangen hebben: In latere tijd werd hij veer een leerling van Pythagoras gehouden.
Een standbeeld van N.P., een kopie uit de
2e eeuw nC van een bronzen origineel uit de 3e of
4e eeuw vC, werd in 1883 gevonden in het atrium
van het huis der Vestaalse maagden op het Forum;
zijn portret komt ook voor op munten van de Marcii
en de Pisones, die N.P. als hun stamvader beschouwden.