![]() |
Munt van Lucius Roscius Fabatius 64 vC;links Iuno Sospita (onder: ROSCI),rechts meisje en slang (onder: FABATI) |
(1) Sextus Roscius,
aanzienlijk burger van Ameria in
Umbrië, die goede betrekkingen met bekende romeinse
families onderhield. Hij werd in 81 vC tijdens
de dictatuur van Sulla in Rome vermoord en
nog na zijn dood door toedoen van de parvenu
Chrysogonus op de proscriptielijst geplaatst, zodat
Chrysogonus voor een spotprijs eigenaar van Roscius'
geconfisceerde bezittingen kon worden.
Lit. P. Vonder Mühll (PRE JA, 1116v).
(2) Sextus Roscius, zoon van vorige, werd in 80 vC op instignatie
van Chrysogonus en diens vrienden, die
zich zorgen maakten om hun onrechtmatig verworven
bezit (zie sub 1), aangeklaagd wegens vadermoord.
Daarbij werd R. verdedigd door Cicero met
de bewaard gebleven redevoering Pro Roscio Amerino
en vrijgesproken.
Lit. P. Vonder Mühll (PRE 1A, 1117).
(3) Quintus Roscius Gallus, beroemd en schatrijk romeins
toneelspeler uit de eerste helft van de 1e
eeuw vC. Hij werd door Sulla in de ridderstand
opgenomen en trad sindsdien op zonder honorarium
te vragen. R. onderhield nauwe relaties met
vele aanzienlijke Romeinen, o.a. met Cicero, die
hem verdedigde in een civiel proces met de bewaard
gebleven redevoering Pro Quinto Roscio
comoedo.
Lit. P. Vonder Mühll (PRE JA, 1123-1125).
(4) Lucius Roscius Otho,
volkstribuun in 67,
praetor in
63 vC. Als volkstribuun
verzette hij zich tegen de
lex Gabinia, die Pompeius Magnus met volmachten
bekleedde in de oorlog tegen de zeerovers,
maar hij maakte geen gebruik van zijn vetorecht.
Een op zijn initiatief aangenomen lex Roscia trof
regelingen voor de census
van de equites en
reserveerde voor hen de eerste 14 rijen in het
theater.
Lit. P. Vonder Mühll (PRE JA, 1126).
[Nuchelmans]