Ammon, naam van:
(1) Ammon, een egyptische god. De griekse vorm 'A.u,uwv duidt meestal op de god van de Siwa-oase in de libysche woestijn, beroemd om zijn orakel en reeds in het egyptisch 'de heer der raadgevingen' genaamd. Herodotus 2, 42 en 4, 181 identificeert hem met Amon van Thebe en met Zeus. Moderne auteurs menen echter dat de egyptische god hier betrekkelijk laat ingevoerd werd en het syncretisme onderging met een reeds bestaande locale god. Deze zou een watergod kunnen zijn, daar aman een libysch-berbers woord voor 'water' is (Helck/Otto). Volgens Eissfeldt was het de phenicische Baal Chammän (of Baal Solaris), oppergod van punisch Noord-Afrika, die hem zijn naam schonk. Het plan van de orakeltempel is in elk geval onegyptisch.
Een egyptische tempel werd onder de 30e
dynastie of vroeger gebouwd. Door bemiddeling van
Cyrene werd het orakel vroeg, bv. reeds ten tijde
van Croesus (Herodotus 1, 46), aan de Grieken bekend.
Buiten Siwa verspreidde de cultus van A. zich
niet alleen in Noord-Afrika maar ook in Griekenland.
Lit. Helck/Otto 40v; 251-253. Bonnet (RÄR 23-25). [Vergote]
(2) Ammon (Ἄμμων) of Amun (Ἀμοῦν), griekse vorm van
de naam van de libysche god Amun. Deze werd door
de Grieken vereenzelvigd met Zeus en als Zeus-Ammon
vereerd. Toen in de 5e eeuw vC de oude
orakels van het griekse vasteland aan aanzien begonnen
in te boeten, wendde men zich graag tot
verafgelegen orakels, o.a. tot dat van A. in de oase
Siwa, ruim 500 km ten westen van Memphis, dat
de Grieken bekend geworden was via de libysche
kolonie Cyrene. Welk verband er bestaat tussen het
orakel van Siwa en de egyptische god Ammon, is
niet duidelijk. Zeus-A. werd in Griekenland al vereerd
ten tijde van de dichter
Pindarus, die een lofzang
te zijner eer dichtte; in Athene had hij in de
4e eeuw vC een openbare eredienst. De Grieken
beeldden, vooral op munten, Zeus-A. af met de traditionele
kop van Zeus, die voorzien werd van ramshorens.
Het orakel werd o.a. geraadpleegd door
Croesus
(Herodotus 1,46), de egyptische koning
Bocchoris, de Atheners Cimon,
Alcibiades en
Lysander,
en door Hannibal. Het bekendst is het bezoek
dat Alexander de Grote
aan Siwa bracht, waarbij
de jonge vorst als zoon van de godheid werd begroet.
De cultus van A. en het orakel stonden op hun
hoogtepunt ten tijde van Alexander de Grote en de
eerste Ptolemaeën. Daarna hoort men er niet veel
meer van.
Lit. A. B. Cook, Zeus 1 (Cambridge 1914) 346-350.
[Nuchelmans]