Arelate, belangrijke romeinse stad in gallia Narbonensis, aan de oostelijke oever van de Rhône, ca. 75 km ten noordwesten van Marseille; thans Arles. De griekse kolonie Massilia bezat sinds de 6e eeuw vC op de plaats van het latere A. een binnenhaven en factorij Theline, die in betekenis toenam toen Gaius Marius ca. 100 vC door de aanleg van een kanaal, de z.g. fossae Marianae, een betere verbinding met de Middellandse Zee tot stand bracht. Na de verovering van Massilia (49 vC) stichtte Julius Caesar in A. een romeinse kolonie en schonk deze het grootste deel van het gebied van Massilia. Uitgebreid door Octavianus, werd colonia Iulia Paterna Arelate Sextanorum, waar bovendien de grote verbindingsweg van Italië naar Spanje de Rhône kruiste (schipbrug), weldra het belangriikste commerciële centrum van ZuidGallië en bleef dit gedurende de gehele keizertijd.
Vijf machtige corporaties van navicularii Arelatenses
hadden er de transitohandel en de scheepswerven
in handen. Ca. 395 nC werd A. in plaats van
het door de barbaren bedreigde Augusta Treverorum
(Trier) de bestuurszetel van de praefectura Galliae;
sommige latere keizers, o.a.
Constantijn, verbleven
er veelvuldig. In 476 viel de stad in handen
van de Westgoten.
Het christendom zou naar A. gebracht zijn door de
H. Trophimus, die door de legende met Paulus' gelijknamige
metgezel geïdentificeerd werd. In de 4e
eeuw werden in A. twee belangrijke synoden gehouden,
in 314 tegen de donatisten, in 353 tegen
Athanasius.
Arles is rijk aan indrukwekkende resten van de Oudheid:
een poort en delen van de oude omwalling;
een amfitheater uit het begin der christelijke jaartelling
dat tot de grootste en best bewaarde van het
Imperium behoort (136 x 107 m; 21.000 plaatsen)
en grote gelijkenis met dat van Nimes vertoont;
een
groot theater uit dezelfde tijd (diameter 102 m; ca.
7000 plaatsen), waarin in 1651 de beroemde Venus
van Arles, thans in het Louvre, gevonden werd;
ruïnes van termen en het paleis van Constantijn;
onderaardse magazijnen en andere overblijfselen
van het forum, opgegraven sinds 1940. De bekendste,
ook nu nog indrukwekkende necropool is de
Alyscamps ten zuidoosten van de stad; deze begraafplaats
was van de romeinse Oudheid tot in
de late middeleeuwen in gebruik. Twee rijke musea
herbergen een groot aantal sarcofagen en vele andere
vondsten.
Lit. Ihm (PRE 2, 633-635). F. Benoit (EAA 1, 663-665). L.-A. Constans, Arles antique (Paris 1921). F. Benoit, Le musée lapidaire d'Arles (Paris 1936). Id., Arelate (Forma Urbis Romani 5, 1936, 127-190). Id., Sarcophages paléochrétiens d'Arles et de Marseille (Paris 1954). [Nuchelmans]