Chius (Χῖος), grieks eiland, een van de Sporaden,
voor de kust van Klein-Azië, tegenover het grote
schiereiland van Erythrae, waarvan het door een
8 km brede zeestraat gescheiden is. De noordelijke
helft van het eiland, dat een
oppervlakte van ruim 800 km² heeft, is bergachtig
(hoogste punt ca. 1270 m), het zuiden vlak. De
voornaamste steden waren Chius (op de oostkust),
Bolissus en Cardamyle. De oerbevolking,
Lelegers
of Pelasgen, zou
door Ioniërs uit Attica en Euboea
verdreven zijn. C. werd naast andere plaatsen als
de geboorteplaats van
Homerus genoemd; er was
ook een episch centrum der Homeriden. Het vruchtbare
en welvarende eiland was lid van de ionische
dodecapolis; zijn oudste munten dateren uit ca.
600 vC. Na de onderwerping door
Cyrus (546)
revolteerde het in 500. Bij Salamis
vochten de
Chioten aan perzische, bij Mycale weer aan griekse
zijde. Na 478 was C. lid van de
attische zeebond,
waarvan het afviel in 412; het eiland werd toen
strijdtoneel (Thucydides 6,
14-61). Na 404 kreeg
het een spartaans garnizoen, doch in 384 sloot het
zich weer bij Athene aan. In 357 viel C. opnieuw
af en werd de strijd tussen aristocraten en democraten
hervat. In de hellenistische tijd was het bondgenoot
der Romeinen tegen
Antiochus de Grote,
door Sulla werd C. een civitas libera van de
provincie Asia.
In de archaïsche tijd was C. een belangrijk artistiek
centrum: van de beeldhouwers verdient o.a.
Archermus vermelding, bekend door zijn in 1877
op Delus teruggevonden gevleugelde Nike (Athene,
Nationaal Museum 21). Uit C. stammen ook de
z.g. chiotische vazen, gekenmerkt door zwarte en
prolychrome decoratie op een witte ondergrond
(R. M. Cook, Greek Painted Pottery, 1960, 126vv;
346). Beroemd was de chiotische wijn.
The British School in Athene heeft sinds 1952 belangrijke
opgravingen verricht op de zuidkust van
het eiland, dat overigens niet rijk is aan resten uit
de oudheid.
Lit. L. Bürchner (PRE 2, 2286-2298). G. Bermond Montanari/E. Lissi (EAA 2, 556v). Philippson/Kirsten 4, 245vv. Kirsten/Kraiker 538v. - D. W. S. Hunt, An Archaeological Survey of the Classical Antiquities of the Island of Chios carried out between the Month of March and July 1938 (Ann. British School at Athens 49, 1940-50, 29-52). Opgravingsverslagen ib. 1954vv en Fasti Archeologici 1952vv. [J. A. de Waele]