(1) Hermupolis (Ἑρμοῦ πόλις of Ἑρμούπολις), stad in Midden-Egypte, 300 km ten
zuiden van Kairo, op de linker Nijloever, eens de
metropool van de 15e opper-egyptische gouw.
Haar naam was tunnw, in assyrische
transcriptie himunu, waarvan koptisch smun en de
huidige naam el-Asjmunein stammen. Hij betekent
'de stad van de Acht' en doelt op de acht oergoden
(Ogdoade)
die volgens de kosmogonie van H. hier
thuis horen. Aan hun hoofd stond
Thot, de god
der wetenschap en van het schrift, die door de Grieken
met Hermes werd gelijkgesteld; vandaar de
naam H. De opgravingen hebben ten dele de tempel
van Thot blootgelegd alsook de overblijfsels van de
hellenistische stad, met agora en een onder Alexander
gebouwde tempel van Hermes Trismegistos.
Tijdens de Eerste Tussenperiode speelden de gouwvorsten
van H. een politieke rol als partijgangers van
de vorsten van Heracleopolis. Hun graven liggen
bij Bersjeh.
Dicht bij H. lag de stad wnw, die soms in de documenten met tunnw verwisseld wordt. Zij was wellicht de eerste metropool van de 15e gouw, die wn.t (de Hazengouw) heette.
In de woestijn, 12 km ten oosten van H., bij Tuna
el-gebel, ligt de necropool uit de grieks-romeinse tijd
waarvan de graven een gemengde grieks-egyptische
kunststijl vertonen. Het beroemdste hiervan is het
graf van Petosiris. Hier werd ook een uitgestrekte
(12 ha) onderaardse begraafplaats van gemummificeerde
ibissen en bavianen, de heilige dieren van
Thot,
opgegraven. In dit ibissen-kerkhof werden o.a.
een nog onuitgegeven demotische papyrus over burgerlijk
recht en (in 1945) acht papyri uit de perzische
tijd ontdekt, die door heidense Arameeën uit
Memphis
betreffende handelszaken aan hun verwanten te
Thebe en Aswàn gestuurd werden, doch in H. terechtgekomen
zijn.
Lit. Helck/Otto 147. Porter/Moss 4, 165-175. G. Méautis,
Hermoupolis-la-Grande (Lausanne 1918). G. Roeder, Ein
Jahrzehnt deutscher Ausgrabungen in einer ägyptischen Stadtruine
(Deutsche Hermopolis-Expedition 1929-1939) (Zeitschrift
d. Museums zu Hildesheim, N.F. 3, 1951). S. Gabra,
Peintures à fresques et scènes peintes
à Hermoupolis-Ouest
(Touna el-tiebel) (Le Caire 1954). Id., Les recherches
archéologiques
de l'Université Égyptienne à
Tounah-el-tiebel, nécropole
d'Hermopolis (Bull. Soc. franç. d'Égyptologie no. 30,
1959, 41-52). E. Bresciani/M. Kamil, Le lettere aramaiche di
Hermopoli (Atti Accad. Naz. dei Lincei. Mem. Cl. di Sci.
morali, storiche e filologiche, ser. 8, vol. 12, 5, Rome 1966,
357-428). J. T. Milik, Les papyrus araméens d'fiermoupolis
et les cultes syro-phéniciens en Egypte perse (Bb 48, 1967,
546-622).
(2) Hermupolis.Een Ἑρμοῦ πόλις μικρά wordt door de geograaf
Ptolemaeus
vermeld als metropool van de Menelaïtische
gouw in de Delta. Volgens de gegeven afstanden
moet het in de nabijheid van het huidige
Damanhûr, ongeveer halfweg tussen Canopus en
Naucratis, gelegen hebben, met
welke stad het overigens geïdentificeerd wordt in een
koptische lijst van bisdommen.
Lit. Gardiner 2, 197*v.
[Vergote]