Tralles (Τράλλεις), kleinaziatische stad in het
grensgebied van Lydië,
Ionië en
Carië, gelegen op een
steile hoogte in het dal van de Maeander ca. 50 km
ten oosten van Ephese. T. wordt
het eerst vermeld door Xenophon, o.m. in verband
met het feit dat de Spartaan Thibron de sterke plaats
vergeefs belegerde in de oorlog tussen Sparta en
Perzië (400 vC). In de hellenistische periode maakte
de stad vanaf 281 vC deel uit van het
Seleucidenrijk
en heette toen Seleucia, totdat zij in 188 vC
onderhorig werd aan Pergamum, waarmee zij in 133
vC onder romeins gezag kwam. In 26 vC werd T.
door een zware aardbeving geteisterd. Uit dankbaarheid
voor de hulp van keizer
Augustus bij de
wederopbouw noemden de burgers hun stad
Caesarea,
een naam die tot het einde van de 1e eeuw nC
in gebruik bleef.
In de keizertijd was T. zeer
welvarend. In de 19e eeuw waren - nabij het huidige
stadje Aydin - nog vele resten van het antieke T.
zichtbaar, thans staan alleen nog delen van het
gymnasium uit de 3e eeuw nC (foto links) en een klein stuk van het
theater overeind. Het bekendste in T. gevonden
kunstwerk is het fraaie marmeren beeld van een in
gedachten verzonken jongeling (3 eeuw vC?), dat
zich thans in het Archeologisch Museum van
Istanbul bevindt. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden boven) wordt T. Trallis genoemd.
Lit. W. Ruge (PRE 6A, 2093-2128). H. Sichtermann, Der Knabe von T. (in Antike Plastik 4, Berlin 1965, 71-84, afb. 39-52). G. E. Bean, Turkey beyond the Maeander (London 1971) 208-211. [Nuchelmans]