Umbrië, op twee manieren gebruikte benaming
voor een deel van Italië.
(1) Sinds 41 vC, toen Octavianus Italië in elf districten indeelde, vormde Umbria de regio VI Italiae (Italië V). Deze omvatte ca. 160 km van de Apennijnen-rug samen met in het noordoosten een door talrijke riviertjes doorsneden vlakte tot aan de Adriatische kust (de z.g. ager Gallicus) en in het zuidwesten een heuvelachtig gebied tussen de Apennijnen en de Tiber. De westgrens verliep van het 60 km ten noorden van Rome gelegen Ocriculum in het zuiden tot Sarsina in het noorden grotendeels langs de Tiber, de noordgrens ongeveer langs de lijn Mevaniola-Sarsina-Ariminum; tussen Ariminum en de ten noordoosten van Ancona in zee uitmondende Aesis (Esino) raakte U. over een afstand van ca. 80 km de Adriatische Zee, de oost- en zuidoostgrens werd gevormd door de Aesis en Nar.
De voornaamste steden van U. waren langs de kust Ariminum (Rimini), dat echter meestentijds tot de regio VIII (Aemilia) behoorde, Pisaurum (Pesaro), Fanum Fortunae (Fano) en Sena Gallica (Senigallia), in het binnenland Sarsina (de geboorteplaats van de dichter Plautus), Urbinum (Urbino), Sentinum, Camerinum (Camerino), Iguvium (Gubbio), Tuder (Todi), Spoletium (Spoleto), Narnia (Narni), Interamna (Terni) en Ocriculum (Otricoli). De belangrijkste verkeersader van het passenarme land was de Via Flaminia, die sinds 220 vC Rome met Ariminum verbond. De bewoners van de voor een deel zeer vruchtbare regio waren merendeels Umbriërs en leefden van land-, tuin- en wijnbouw, in de bergen van veeteelt.
De Romeinen kwamen met deze gebieden in geregeld contact sinds ca. 300 vC. Hun groeiende invloed wordt nekenmerkt door hun verbond met Camerinum (31O), de slag bij Mevania (308), de slag bij Sentinum (295) en de stichting van de kolonies Narnia (299), Sena Gallica (283), Ariminum (268), Aesium (247) en Spoletium (241). In 90 vC ontvingen alle inwoners van U. het romeinse burgerrecht (Lex Iulia).
(2) De naam U. wordt in ruimere zin soms ook
gebezigd om het gehele noord-italische gebied aan te
duiden waar in het le millennium vC Umbriërs
hebben gewoond of geheerst, totdat zii tussen de 8e
en de 4e eeuw in grote delen daarvan d:oor de expansie
van de Etruriërs, de Galliërs en de Picentes
verdreven of geassimileerd werden.
Lit. s.v. Umbriërs. [Nuchelmans]