Veneti (Ἐνετοί).
(1) Veneti, volk dat in het
1e millennium vC in het noordoosten van Italië de kuststrook
en de rivierdalen tussen de Adige en de Isonzo bewoonde.
Hun etnische herkomst is duister; in cultureel
opzicht kunnen ze geïdentificeerd worden met
de dragers van de Este-cultuur, die genoemd is naar
de in de oudheid Ateste geheten nederzetting 30 km
ten zuidwesten van Padua.
Volgens de sage (Livius 1, 1;
Vergilius, Aeneis 1, 242-249) stamden de V. af
van Trojanen en Paphlagoniërs die na de
verwoesting van Troje onder leiding van
Antenor in
Noord-Italië geland zouden zijn en daar
Patavium
(Padua) gesticht zouden hebben. De V. wisten
hun identiteit eeuwenlang goed te bewaren
tegenover de macht van zowel de in de 6e eeuw vC tot
Atria en Spina opdringende Etruriërs als van de
keltische stammen die zich vanaf de 5e eeuw vC van
Noord-Italië meester maakten. In de
tweede punische oorlog
(218-202) stonden ze aan de zijde van
de Romeinen. Dezen stichtten in 181 vC ca. 125 km
ten oosten van Patavium de kolonie
Aquileia en
legden vervolgens door het gebied der V. de
via
Aemilia Altina (175 vC), de via Postumia (148-147) en de
via Popilia Annia (132-131) aan, hetgeen de romanisering
van de V. inleidde. Dit proces valt af te lezen
aan het doordringen van het latijnse schrift in de
inheemse taal (Venetisch) en van de latijnse taal.
Sinds het begin van onze jaartelling komen geen in
het venetisch gestelde documenten meer voor.
In politiek opzicht schijnen de V. geen eenheid of
centraal gezag gekend te hebben; misschien vormden
sommige steden, waarvan de voornaamste
Patavium (Padua),
Ateste (Este), Vicetia (Vicenza),
Bellunum (Belluno), Altinum (Altino) en Opitergium
(Oderzo) waren, een bond. Bij de administratieve
organisatie van Italië door
Octavianus (41 vC)
werd het gebied der V. met Histria en het eebied
der Cenomani in de regio X, Venetia et Histria,
ondergebracht.
Lit. R. Pittioni (PRE Suppl. 9, 1962, 303-314 s.v. Italien,
Urgeschichtliche Kulturen VIII, 4, 2. Die Este-Kultur). J. Untermann
(PRE Suppl. 15, 1978, 855-898). - L. Bosio, Itinerari e strade della
Venetia Rómana (Padua 1970).
(2) Veneti,
machtige gallische volksstam die in het
zuiden van Bretagne het gebied tussen de Ellé, de
Oust en de Vilaine, d.w.z. een groot deel van het
tegenwoordige departement Morbihan, bewoonde.
De V. werden in 57 vC door Caesars legaat
Publius
Licinius Crassus aan het romeinse gezag
onderworpen. Het volgende jaar reeds kwamen zij,
samen met de naburige stammen, in opstand. Ze
konden slechts met grote moeite verslagen worden
door Caesar,
die eerst een vloot moest bouwen om
de tegenstand van de handig manoeuvrerende bekwame
kustvaarders te breken. Sindsdien vormden
de V. de civitas Venetorum, die deel uitmaakte van
de provincie Gallia Lugdunensis. De hoofdstad was
Darioritum (Vannes). Zowel aan de kust als in het
binnenland lagen talrijke door een uitgestrekt wegennet
verbonden kleinere plaatsen, waar landbouw,
nijverheid (metaalbewerking en scheepsbouw)
en handel bloeiden.
Lit. Caesar, De bello Gallico 2, 34; 3. 7-19. - P. Merlat (PRE 8A, 705-784). [Nuchelmans]