![]() |
Arion (links) zingt zittend op een dolfijn te midden van de Naiaden (Piazza Armerina) |
Bekend is het o.a. door Herodotus (1,23v) en Aulus Gellius (Noctes Atticae 16,19) overgeleverde verhaal over de redding van A. door een dolfijn. Toen hij na een geslaagd tournee door Zuid-ltalië en Sicilië met veel geld van Tarente naar Corinthe terugkeerde, bemerkte hij dat de matrozen van het corinthische schip hem van zijn bezit wilden beroven en doden. Smeekbeden baatten niet, maar wel stond men hem toe nog eenmaal in vol ornaat een lied te zingen en vervolgens overboord te springen. In de golven terechtgekomen, werd A. echter door een dolfijn opgenomen en bij kaap Taenarum aan land gezet. In Corinthe vertelde de zanger zijn wedervaren aan Periander; toen enkele dagen later ook het schip daar arriveerde en de matrozen, door Periander ondervraagd, beweerden dat A. in Italië achtergebleven was, werden ze ontmaskerd doordat deze plotseling zelf verscheen.
In Herodotus' tijd stond op kaap Taenarum een
bronzen beeld, een man op een dolfijn voorstellende,
ter herinnering aan de wonderbare redding.
Lit. O. Crusius (PRE 2, 836-841). - M. Rabinovitch, Der
Delphin in Sage und Mythos der Griechen (Basel 1947). A.
W. Pickard-Cambridge, Dithyramb, Tragedy and Comedy
(Oxford 1962). C. M. Bowra, Arion and the Dolphin (Museum
Helveticum 20, 1963, 121-134). [Nuchelmans]