Strato(n) (Στράτων), naam van twee griekse dichters en een griekse filosoof.
(1) Strato(n),
overigens onbekende komediedichter, vermoedelijk
uit het eind van de 4e eeuw vC, van wie
zowel in Athenaeus'
Δειπνοσοφισταί (9, 382) als op
een papyrusfragment van een schoolboek een passage
van ca. 50 versregels overgeleverd is. Daarin
spot hij met de glossomanie
(glosse) van zijn tijd
en laat een kok voor de eenvoudigste dingen allerlei
zeldzame homerische woorden gebruiken, die
zijn meester niet begrijpt.
Lit. Uitgave in J. Edmonds, The Fragments of Attic Comedy
2 (Leiden 1959) 580-585 (met engelse vertaling). - A Körte
(PRE 4A, 275). - H. Dohm, Mageiros (München 1964) 198-201.
(2) Strato(n) van Lampsacus, griekse wijsgeer uit de 3e eeuw vC, leerling van Theophrastus en van 287 tot 269 vC diens opvolger als hoofd van de peripatetische school. Voordien was hij aan het egyptische hof werkzaam geweest als opvoeder van de latere koning Ptolemaeus II Philadelphus. S. hield zich met alle onderdelen van de wijsbegeerte bezig. Diogenes Laërtius (5, 58-60) noemt 44 titels van zijn geschriften, waarvan zeven op de logica, negen op de ethica betrekking hebben. Van zijn werken zijn slechts een aantal fragmenten over. Daaruit blijkt dat S. de natuurfilosofie als de kern van de filosofie beschouwde en dat hij Aristoteles' natuurfilosofie drastisch amendeerde; vandaar zijn bijnaam ὁ φυσικός Hij verwierp het teleologisch beginsel van Aristoteles en ging onder invloed van Democritus over tot een mechanistisch wereldbeeld en een zuiver fysische verklaring der verschijnselen.
In tegenstelling tot Aristoteles nam hij het bestaan aan van een vacuum, een ledige ruimte tussen de samenstellende delen van de stoffelijke dingen; op grond daarvan wordt aan S. de ontdekking van de compressibiliteit van de lucht toegeschreven. Grote belangstelling had hij voor de fysiologische functies, waartoe hij ook de ωοῦς rekende. Voorwerp van denken kan volgens S. alleen zijn wat oorzaak is geweest van een zintuiglijke indruk, en omgekeerd kan geen zintuiglijke waarneming tot stand komen zonder denken.
Het is niet onwaarschijnlijk dat S. grote invloed
heeft gehad op de ontwikkeling van de mechanica
en van de geneeskunde in Alexandrië;
Erasistratus,
Herophilus,
Ctesibius.
Lit. Testimonia en fragmenten in F. Wehrli, Die Schule des
Aristoteles 5. Straton von Lampsakos (Basel 1950, ²1969). W.
Capelle (PRE 4A, 278-315). C. de Vogel, Greek Philosophy
22 (Leiden 1960) 252-259. - H. B. Gottschalk, S. of
Lampsacus. Some texts (Leeds 1963). M. Gatzemeier, Die
Naturphilosophie des Straton von Lampsakos (Diss. Münster
1967, Meisenheim 1970).
(3) Strato(n) van Sardes
epigrammendichter uit de 2e eeuw
vC, van wie in de boeken 11 en 12 van de Anthologia
Palatina een honderdtal paederastische
puntdichten bewaard zijn gebleven, die een knappe
en elegante vorm met een niet zelden grof zinnelijke
inhoud verenigen.
Lit. J. Geffcken (PRE 4A, 276-278). - P. G. Maxwell-Stuart,
S. and the Musa puerilis (Hermes 100, 1972, 215-240).
[Nuchelmans]