Himilco (Ἰμίλκων), naam van talrijke carthaagse generaals en staatslieden. Vermelding verdienen:
(1) Himilco,
waarschijnlijk neef van Hannibal, die
hij in 406 vC naar Sicilië vergezelde en na diens
dood opvolgde als commandant. Als zodanig veroverde
hij in de winter 406/405 Acragas,
in 405 Gela
en Camarina.
Nog in hetzelfde jaar werd hij echter,
doordat een besmettelijke ziekte in zijn leger uitbrak,
gedwongen een overigens voor de Carthagers zeer
gunstige vrede te sluiten met Dionysius I van
Syracuse. Toen deze in 397 de vrede verbrak en de
aan Carthago onderworpen griekse steden bevrijdde,
werd H. opnieuw tot bevelhebber van de carthaagse
expeditie benoemd. In 396 landde hij met een grote
legermacht in Panormus
en heroverde geheel Sicilië
met uitzondering van Syracuse. Tijdens het beleg
van deze stad brak opnieuw een epidemie uit in
Himilco's leger, zodat Dionysius het gemakkelijk
kon vernietigen. H. ontkwam en stierf kort daarna
in Carthago de vrijwillige hongerdood.
Lit. Th. Lenschau (PRE 8, 1640-1643).
(2) Himilco 'de zeevaarder',
de eerste van naam bekende
ontdekkingsreiziger die de kusten van West-Europa
verkende. Hij was een tijdgenoot van
Hanno
'de zeevaarder' (ca. 500 vC). Hij bereikte waarschijnlijk
Bretagne en Engeland
(Tineilanden). Van de
griekse vertaling van zijn reisverslag zijn enkele
sporen terug te vinden in
Plinius' Naturalis
hHistoria en Avienus' Ora maritima.
Lit. Ehrenberg (PRE, Suppl. 5, 1931, 232-235). [Nuchelmans]