Mardonius (Μαρδόνιος), perzische generaal, zoon van Gobryas, neef, zwager en schoonzoon van koning Darius I. Na de ionische opstand gaf M. de ionische steden van Klein-Azië ter vervanging van de ontrouw geworden tirannen meer 'democratische' bestuursvormen. Vervolgens ondernam hij een expeditie langs de noordkust van de Aegeïsche Zee, waarvan het doel misschien reeds de bestraffing van Eretria en Athene was. De tocht bracht Thracië, Thasus en Macedonië weer onder perzisch gezag, maar eindigde met zware verliezen, vooral tengevolge van een massale schipbreuk bij de berg Athos.
Volgens Herodotus (7, 5) was M. de geestelijke
vader van Xerxes' veldtocht tegen Griekenland
in 480, waarvan hij de voorhoede aanvoerde. Na de
slag bij Salamis
en Xerxes' terugkeer naar Azië
bleef hij als commandant van het perzische landleger
in Griekenland achter en deed vanuit Thessalië,
waar hij ovenvinterde, de Atheners vergeefse
vredesvoorstellen. In de zomer van 479 veroverde M.
Athene opnieuw, trok zich vervolgens bij het
naderen van spartaanse troepen uit Attica terug en
sneuvelde tenslotte in de slag bij
Plataeae, waarin
de Perzen nogmaals werden verslagen.
Lit. Herodotus 8, 99-144; 9, 1-71. - E. Obst (PRE 14, 1654-1657).
- C. Hignett, Xerxes' Invasion of Greece (Oxford 1963)
264-344. [Nuchelmans]