Darius (Δαρεῖος, oud-perzisch Dârayavahus), naam van drie koningen uit de perzische dynastie van de Achaemeniden.
(1) Darius I de Grote,
zoon van Hystaspes, de roemruchtste perzische koning (522-486), opvolger van
Cambyses II. D. bracht de usurpator
Gaumata, die
zich voor Cambyses' broer Smerdis uitgaf, ten
val en dempte de opstanden in het gehele rijk, waarvan
hij mededeling doet in zijn drietalige inscriptie
(oud-perzisch, elamitisch en akkadisch) op een rotswand
te Bisutun. Nadien ondernam hij een aantal
veldtochten in Egypte (518), in Indië (voor 513),
tegen de Scythen (513),
tegen Libië en Cyrenaica
(512) en tegen de ionische steden (ionische opstand,
499-494), maar zijn expedities tegen de steden
van het griekse moederland mislukten (schipbreuk
bij Athos, 492, en nederlaag bij
Marathon, 490).
D. was de grote organisator van het perzische rijk,
dat in twintig satrapieën
verdeeld werd en door
een reusachtig wegennet (o.a. de beroemde 'koningsweg')
met de residentie werd verbonden. Een goed
georganiseerde postdienst verzekerde de uitvoering
van 's konings besluiten; hij liet gouden munten met
zijn beeldenaar slaan, de
darieken. Hij richtte
grootse bouwwerken op te Persepolis,
dat door
hem gesticht werd, te Susa
en te Ecbatana. Op godsdienstig
gebied was D. tolerant.
Lit. Herodotus 3, 70-260; 4, 1-145; 5, 1-54, 97-126; 6, 1-50,
94-140; 7, 1-4. - H. Swoboda (PRE 4, 2184-2199). - F. König,
Relief und Inschrift des Königs Dareios I. (Leiden 1938). P.
Junge, Dareios I., König der Persen (Leipzig 1944).
[Vanden Berghe]
(2) Darius II Ochus,
een van de 17 bastaardzonen van
Artaxerxes I,
satraap van Hyrcanië en vervolgens
van 423 tot 404 koning van het perzische rijk. Zijn
zwakke regering wordt gekenmerkt door talrijke opstanden
en hofintriges; dit leidde onder meer tot de
afval van Egypte (410vv). Deze tegenslagen werden
voor een deel gecompenseerd in het Westen, waar de
bekwame satrapen Tissaphernes,
Pharnabazus
en Cyrus minor met groot succes intervenieerden
in de peloponnesische oorlog. In 405 werd D. tijdens
een expeditie tegen de Carduchen ziek; het volgende
jaar stierf hij. Hij was gehuwd met zijn halfzuster
Parysatis en werd opgevolgd door zijn oudste zoon
Artaxerxes II Mnemon.
Lit. H. Swoboda (PRE 4, 2199-2205).
(3) Darius III 'Codomannus',
zoon van Arsames, laatste
koning uit de dynastie der Achaemeniden. Hij
regeerde van 335 tot 331 en werd door Alexander
de Grote bij Issus
(333) en Gaugamela (331) verslagen,
waardoor er een einde kwam aan het oud-perzische
rijk. Te Hecatompylus ten zuiden van de
Kaspische Zee werd de vluchtende vorst door Alexander
ingehaald, maar zwaar gewond op de weg
achtergelaten door zijn neef Bessus, stierf hij
(juli 330) nog voordat Alexander arriveerde. Zijn
onvoltooid graf bevindt zich aan de voet van het
paleizenterras te Persepolis.
Alexander nam later
Darius' dochter Statira tot tweede echtgenote.
Lit. H. Swoboda (PRE 4, 2205-2211). [Nuchelmans]