Artaxerxes (perzisch: artahs'asa; grieks Ἀρταξέρξης), troonnaam van vier perzische koningen uit de dynastie der Achaemeniden (voor de vorm Arsaces Arsaciden):
(1) Artaxerxes I
(Μακρόχειρ, Longimanus) regeerde van
465/64 tot 425 als opvolger van zijn vader Xerxes.
Nadat hij een egyptische opstand (Inarus) had neergeslagen
(456) beperkte hij zich tot de consolidatie van zijn
rijk. In 449 sloot hij met Athene de z.g. Calliasvrede.
In 445 gaf hij zijn joodse schenker Nehemia
toestemming naar Jeruzalem te reizen en de leiding
te nemen bij de herbouw van de verwoeste muren
van de stad (Neh 2,3). Hij wordt ook genoemd in
de papyri van Elephantine.
(2) Artaxerxes II
(Μνήμων, Mnemon), zoon van Darius II,
regeerde van 404 tot 359/58. Met zijn broer
Cyrus, die in de slag bij Cunaxa (401) om het
leven kwam, had hij om de macht moeten strijden.
Deze strijd vormde de aanleiding tot een oorlog
tussen Perzië en Sparta, die pas met de z.g. vrede
van Antalcidas of koningsvrede (387/86) eindigde.
In 398 maakte Egypte zich los van de Perzen
en de veldtocht van A. om hen weer onder zijn
macht te brengen mislukte.
(3) Artaxerxes III (Ὦχος, Ochus), zoon
van vorige, baande zich
met moord op zijn familieleden een weg naar de
troon en regeerde van 359/58 tot 338. Gebruik makend
van griekse contingenten in zijn leger lukte het
hem, in 343 farao Nektanebo te verslaan en Egypte
opnieuw te onderwerpen, nadat het 65 jaar zijn
onafhankelijkheid had gehandhaafd.
(4) Artaxerxes IV,
een perzische satraap (Bessus), die na de
overwinningen van Alexander de Grote zijn neef,
de gevluchte Darius III, vermoordde (330), zich als
diens opvolger opwierp, doch spoedig daarna zelf
het leven liet.
Lit. W. Judeich (PRE 2, 1311-1321). F. W. König (RLA
156-158). [Beek]