Xerxes (Ξέρξης), naam van twee perzische koningen.
(1) Xerxes I, zoon van Darius I en
Atossa, regeerde
als vierde vorst over het perzische rijk van 486 tot
465 vC. In de z.g. harem-inscriptie bericht X. zelf
over zijn troonopvolging: 'Darius had ook andere
zoons, maar hij maakte mij de grootste na zichzelf.'
Hij was dus al tijdens het leven van zijn vader ais
troonopvolger aangewezen, maar nergens uit de
tekst blijkt waarom X. boven zijn broers was uitverkoren.
Volgens Herodotus was er een machtsstrijd geweest tussen Artobazanes, zoon van een dochter van Gobryas, en X. Het feit dat X. wel en zijn halfbroer Artobazanes niet tijdens zijn vaders koningschap geboren was (Herodotus 7, 3) kan een rol gespeeld hebben, mogelijk was ook de dynastieke band via zijn moeder met Cyrus de Grote van belang; Atossa had volgens Herodotus veel macht.
Nog voor Darius' dood was er in Egypte een opstand uitgebroken. Deze rebellie werd door X. snel neergeslagen, evenals twee pogingen tot opstand in Babylon in 484 en 482. In deze tijd begonnen ook de voorbereidingen voor de expeditie naar Griekenland, die door de koning in eigen persoon werd geleid (Perzische oorlogen).
Na de nederlaag bij Salamis ( 480) vertrok X. uit Griekenland en liet het opperbevel aan zijn zwager Mardonius over. Dit moment was het keerpunt in de tot dan toe gevoerde expansiepolitiek van de perzische vorsten. Het is onjuist hieraan de conclusie te verbinden dat het rijk tijdens of na X. in verval begon te raken. Recente intensieve bestudering van het paleizencomplex van Persepolis heeft duidelijk gemaakt dat vooral tijdens Xerxes' regering de koninklijke ideologie, een onmisbaar element in de consolidatie van het wereldrijk, vaste vorm kreeg. Motieven uit het repertoire van het gehele oude Oosten werden samengebracht in een uitgebalanceerde voorstelling op de reliëfs van een niet aan tijd gebonden koningschap, gedragen door alle volkeren uit het rijk. Deze vooral onder X. tot stand gekomen achaemenidische iconografie zou de canon worden voor de kunst in de navolgende perioden.
Onder X. werden in Persepolis ook de apadana en Darius' paleis afgebouwd, de harem en Xerxes' paleis kwamen tot stand en aan de bouw van de Zaal der honderd zuilen werd begonnen.
Xerxes' regering is ook wel gezien als een keerpunt in de 'tolerantie-politiek' van de perzische vorsten voor hem. De Daiva-inscriptie, waarin Xerxes spreekt van een volk dat opstandig was, Daiva's (goden waarvan de cultus verboden is) aanbad en door de koning weer werd onderworpen, is uitgelegd als bewijs van een oplaaiend religieus fanatisme. Ook achter deze tekst steken voornamelijk politiek-ideologische motieven: de koning dienen betekent Ahura-Mazda, de god des konings, vereren, ontrouw worden staat gelijk met het eren van slechte goden en moet worden afgestraft. Evenals de reliëfs heeft deze tekst (evenals de andere teksten van X.) een voornamelijk onhistorisch en exemplarisch karakter: er behoeft geen rechtstreekse verwijzing naar feitelijke opstanden, als bv. die in Egypte en Babylon, in te worden gezien. Gezien vanuit het centrum van het rijk (en niet vanuit de griekse periferie) vormde Xerxes' regering de onmiskenbare bloeiperiode van de Achaemeniden-dynastie. De negatieve visie op Xerxes' persoon en karakter komt voornamelijk uit de griekse historiografie, waaraan de interpretatie van iraanse documenten werd aangepast.
Het door Herodotus (9, 108-113) vertelde verhaal bv. over een liefdesaffaire van de koning met de vrouw van zijn zoon, de dochter van zijn broer Masistes, zegt waarschijnlijk niet veel meer dan dat er een opstand plaats vond van Bactrië onder de satraap Masistes.
In 465 werd X. door de hofmaarschalk Artabanus
vermoord. Artabanus slaagde erin de schuld te
schuiven op de tot troonopvolger aangewezen oudste
zoon, Darius. Deze werd daarop door zijn jongere broer
Artaxerxes gedood. Tengevolge van deze
gebeurtenissen werd het z.g. schathuisreliëf, waarop
Darius als troonopvolger achter de troon van X.
staat, van de oorspronkelijke plaats in het centrum
van de apadanatrappen in
Persepolis weggehaald en
opgeborgen in het schathuis, waar het bij de opgravingen
in de jaren '30 van deze eeuw werd
gevonden.
Lit. Herodotus, boeken 7-9. - W. Hinz (PRE 9A, 2096-2101). - Id.,
Altiranische Funde und Forschungen (Berlin 1969) 45-51. H.
Sancisi-Weerdenburg, Yauna en Persai. Grieken en Perzen in een ander
perspectief (Leiden 1980) hoofdstukken 1-3. M. Mayrhofer,
'Xerxes, Roi des Rois' (Acta Iranica 1, Leiden 1974, 108-116). J.M.
Cook, The Persian Empire (London 1983). R. N. Frye,'Ihe History
of Ancient Iran (München 1984). J.M. Cook, The Rise of the
Achaemenids and Establishment of the Empire (in Cambridge
History of Iran 2, Cambridge 1985, 200-291). A. R. Burn, Persia and
the Greeks (ib. 292-391).
(2) Xerxes II, zoon van Artaxerxes I. Na een regering van 45 dagen werd hij door zijn halfbroer Sogdianus vermoord (424 vC).