Nemeïsche spelen (τὰ Νέμεια), panhelleense agon ter ere van Zeus. Ze werden volgens de meest gangbare overlevering ingesteld door Adrastus tijdens de expeditie van de Zeven tegen Thebe (Hypsipyle), volgens anderen door Heracles nadat hij de nemeïsche leeuw had gedood. Van de spelen is echter weinig bekend tot 537 vC, toen ze een panhelleense festiviteit werden onder auspiciën van het naburige stadje Cleonae, tot welks gebied Nemea behoorde. Toen Cleonae ca. 460 vC afhankelijk werd van Argos, ging ook de leiding van de spelen op deze stad over; sinds de 3e eeuw vC werden ze meestal in Argos zelf gehouden.
De n.s. vonden in het tweede en vierde jaar van
elke olympiade plaats in het heiligdom van Zeus
Nemaeus. Ze volgden het patroon van de
olympische spelen, maar waren minder groots opgezet;
de belangstelling kwam vooral van de steden van
de Peloponnesus. De prijs bestond uit een krans
van wilde peterselie. Pindarus
dichtte ter ere van
een aantal nemeïsche prijswinnaars elf nemeïsche
oden.