Calchas (Κάλχας), zoon van Thestor, was de ziener van de Grieken in de trojaanse oorlog. Hij stamde uit Megara of Mycene. Apollo was een van zijn voorvaderen van vaderszijde. Op alle kritieke momenten raadde hij de Grieken aan wat hun te doen stond, of legde hij de voortekens uit. Als eerste voorspelling zou hij gezegd hebben dat Troje zonder Achilles niet genomen kon worden, hetgeen voor Thetis aanleiding was om Achilles te verbergen tussen de dochters van Lycomedes. In Aulis voorspelde hij dat de oorlog tien jaar zou duren en dat de windstilte slechts door het offer van Iphigenia aan Artemis zou ophouden. C. openbaarde ook de oorzaak van het uitbreken van de pest in het tiende oorlogsjaar en na de dood van Aiax deelde hij mee dat Troje slechts door de boog van Heracles genomen kon worden, waarna Odysseus en Neoptolemus Philoctetes, die de boog bezat, gingen halen.
Lit. Ilias 1, 68-120; 2, 299-332. Ovidius, Metamorfosen 12, 11-38. Vergilius, Aeneis 2, 114-129; 162-192. [Suys-Reitsma]