![]() |
De verwantschapsrelatie tussen L., Apollo en Artemis, godheden die ongetwijfeld van geheel verschillende herkomst waren, behoorde tot de godsdienstige traditie van de Grieken minstens vanaf de 8e eeuw vC. Over ontstaan en achtergronden van deze trias bestaat veel onzekerheid; sommigen willen L. identificeren met de lycische godin Lada. De mythologie vertelt uit het leven van L. nog een drietal andere bekende voorvallen: de lycische boeren die L. met haar kinderen wegjoegen van een bron waaruit ze wilden drinken, veranderde ze in kikvorsen; toen ze door de kroostrijke thebaanse koningin Niobe bespot werd om haar geringe kindertal, nam ze op gruwelijke wijze wraak, toen de reus Tityus zich aan L. poogde te vergrijpen, werd hij door Apollo of Zeus gedood.
L. werd gewoonlijk samen met haar beide kinderen vereerd, behalve op Delus bv. ook in Athene, Delphi en Tanagra, maar hier en daar ook alleen, zoals in Argos en op sommige plaatsen in Klein-Azië. Haar romeinse naam was Latona. In de beeldende kunsten werd L. voorgesteld als een waardige dame met lang haar en gekleed in een chiton, dikwijls met haar twee kinderen op de armen; dergelijke groepen zouden door beroemde beeldhouwers als Euphranor, Polycletus, Praxiteles en Scopas vervaardigd zijn, maar zijn ook in de vorm van statuetten (al uit de 7e eeuw vC te Drerus op Kreta) teruggevonden, op reliëfs en op vazenschilderingen. Uiteraard komt L. ook dikwijls voor op taferelen uit het leven van Apollo en Artemis, en op afbeeldingen die haar ervaringen met Niobe en Tityus weergeven.
Lit. Homerische hymne op Apollo. Callimachus, Hymne op Delus.
Ovidius, Metamorfosen 6, 146-411. Enmann/Sauer (Roscher 2,
1959-1980). F. Wehrli (PRE Suppl. 5, 1931, 555-576).
H. Sichtermann (EAA 4, 502-506). [Nuchelmans]